Door Peter Boel
De New In Chess Schoonheidsprijs voor de vierde KNSB-ronde ging nu eens niet naar een spectaculaire offerpartij, maar naar een strategische modelprestatie. Offerpartijen waren er wel, van Ilja Zaragatski en met name Arthur Pijpers. Maar het boek ‘A Chess Opening Repertoire for Blitz and Rapid’ van Evgeny en Vladimir Sveshnikov werd door juryleden Herman Grooten en Hans Ree toegekend aan Quinten Ducarmon, die Martin Martens overtroefde in een onvervalste wurgpartij, met een aantal mooie zetdwangmotieven.
Over de winnende partij schreef jurylid Herman Grooten: “Een Siciliaanse Scheveninger waar aanvankelijk weinig aan de hand is voor zwart, maar waarin wit met kleine middelen voordeeltjes begint te vergaren. Het deed mij denken aan de jonge Karpov nadat hij net tot wereldkampioen was uitgeroepen. De wijze waarop Ducarmon al het zwarte tegenspel eerst weet in te dammen en vervolgens helemaal uit de stelling haalt, vind ik indrukwekkend om te zien.” Hans Ree voegde toe: “Het moet voor Martens wel vreselijk zijn geweest om deze partij te spelen zonder ooit een glimpje tegenspel te zien. Misschien getuigt het van een slecht karakter om de bijna sadistische partij van Ducarmon te bekronen, maar ik doe het toch.”
Ducarmon zond de partij zelf in met uitvoerig commentaar. Daaraan hebben wij slechts een opmerking van Ree toegevoegd, bij de 17e zet, en een extra variant van Grooten aan het eind.
Ducarmon-Martens
(aantekeningen Quinten Ducarmon)
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 a6 5.Le2 Pf6 6.Pc3 Dc7 7.0-0 Le7 8.f4 d6 9.Dd3!? 0-0 10.Dg3 Pc6 11.Le3 Pxd4 12.Lxd4
Via een wat vreemde zetvolgorde komt er toch een normale Scheveningen op het bord.
12…b5 13.a3 Lb7 14.Kh1 Tad8 15.Tae1 Td7 16.Ld3 Te8  

Dit is een vrij populaire variant en wit heeft hier veel verschillende mogelijkheden, waarbij 17.a4 recent het meeste getest is (en de voorkeur heeft van de computer).
17.Pd1 Dd8
“Grappig voor een oude man om te vernemen dat de variant met Td7 en Dd8-c7-Dd8 tegenwoordig populair is”, merkte Ree op. “Kortchnoi zou het een opstelling noemen voor mensen die een moeilijke jeugd hebben gehad.”
18.Dh3
18.Pe3 g6 19.f5 e5 20.Lc3 Lxe4 21.fxg6 fxg6 22.Pf5 Lxd3 23.cxd3 Lf8 24.d4 e4 25.d5 Tf7 26.Lxf6 Txf6 27.Pd4 De7 28.Pe6 Lh6 29.Txf6 Dxf6 30.Dxd6 Ld2 31.Tg1 e3 32.Dc6 De7 33.Dc2 Df6 34.Dc6 De7 35.Dc2 Df7 36.h3 Te7 37.Dd3 De8 38.Tf1 Tf7 39.Tf3 De7 40.Dd4 Txf3 41.gxf3 Kf7 42.Df4+ Ke8 43.Kg2 Kd7 44.Dc7+ Ke8 45.Db8+ Kf7 46.Kf1 g5 47.De5 Df6 48.Pxg5+ Kg6 49.Dxf6+ Kxf6 50.Pe4+ Ke5 51.Pxd2 exd2 52.Ke2 Kxd5 53.Kxd2 Kd4 54.Ke2 h5 55.b4 Kc4 56.Ke3 1-0 (56), Tomczak-Dragun, Poznan 2015.
18.Pf2 g6 19.Pg4 Pxg4 20.Dxg4 Lf6 is al een paar keer op het bord gekomen, maar hier kan zwart geen problemen hebben.
18…h6
18…g6 was de zet die ik eigenlijk had verwacht, maar achteraf gezien was 18…h6 gewoon goed.
19.Pf2
19.Lc3 d5!? 20.e5 (20.Lxf6 Lxf6 21.e5 Lh4) 20…Pe4.
19…Lf8 20.Lc3
20.Pg4!? Pxg4 21.Dxg4 e5 22.Lc3. Misschien heeft wit hier wat lichte druk, al staat zwart gewoon solide.
20…e5 21.Pd1!?

Het idee is dat nu fxe5 en Txf6 dreigt en ook het paard via e3 omgespeeld kan worden naar f5/d5. Hier had zwart nauwkeurig moeten zijn, want na het gespeelde 21…Lc8 komt hij onder druk.
21.Pg4 Pxg4 22.Dxg4 Tc7.
21…Lc8
21…Lc6 22.Tf3 (22.Pe3 gaat nu niet vanwege 22…Pxe4 en zwart staat beter); 21…Te6.
22.Pe3 g6?! 23.f5 Lg7 24.Pd5 g5 25.a4!
Belangrijk om nu het 2e front te openen, aangezien zwart de koningsvleugel dichtgemetseld heeft, al geldt dat natuurlijk ook voor zijn loper op g7.
25…Tb7 26.axb5 axb5 27.Lb4
Nauwkeurig om geen enkel tegenspel toe te laten.
27…Pxd5 28.exd5 Df6 29.Le4 Ld7
29…Ta7 30.Ta1.
30.Ta1 Lf8 31.Ta6 Tc8

32.b3
Misschien was 32.Da3 nauwkeuriger geweest, maar ik zag geen reden om met …Tc4 tegenspel toe te laten en zelfs als ik de pion win op d6 verlies ik wat coordinatie: 32…g4 (32…Tc4 33.Ld3 Tf4 34.Txf4 exf4 35.Ta8!+-) 33.Lxd6 b4 34.Lxb4 Lxb4 35.Txf6 Lxa3 36.bxa3±. Maar zwart heeft hier wel gewoon tegenspel en hoeft niet meer alleen af te wachten.
32…Tbc7 33.Tf2 Tb7 34.Df3 Tcb8 35.Tf1 Le7 36.Tfa1
Natuurlijk heeft wit het plan om de dame op a3 te brengen, maar ik dacht dat het belangrijk was om zwart geen enkel tegenspel te geven met h5/g4.
36…Lf8 37.h3 Le7 38.Kh2 Lf8 39.Ta8
Wit zou erg graag controle krijgen over de laatste rij, maar zwart laat dat terecht nog niet toe.
39…Kg7 40.T8a6 Kg8 41.Ta7

De tijdcontrole is gehaald en zwart moet nu een keuze maken. Of toegang geven tot de 7e rij, of de 8e. Zwart kiest voor het laatste, misschien was het wat beter geweest om de 7e rij aan wit te laten.
41…Kg7
41…Txa7 42.Txa7 Le8 43.Dc3 h5 44.g3 g4 45.h4 Dh6 46.Dc7+-.
42.Txb7 Txb7 43.Ta8 Le7 44.La5 Kh7
44…b4 was misschien wel de enige zet geweest voor zwart om niet volledig in zugzwang te komen, maar erg blij kun je er natuurlijk niet van worden: 45.g3. Hier is het ook een beetje de vraag welke zet zwart moet doen… (45.Ld3) 45…Kh7 46.Ld3 Lb5 47.Lxb5 Txb5 48.Dd3 Tb7 49.De4±.
45.c3
De zugzwang is nu compleet, zwart kan alleen nog …Kg7-Kh7 spelen!. Zelfs …Lf8 is niet mogelijk met de koning op g7.
45…Kg7 46.Kg1
Wit begint aan een koningswandel naar b2 om de koning veilig te stellen voor het tot actie gaan op de koningsvleugel.
46…Kh7
46…Lf8?? 47.Ld8 Le7 48.Lxe7 Dxe7 49.f6+ Dxf6 50.Tg8+.
47.Kf1 Kg7 48.Ke2 Kh7 49.Kd1 Kg7 50.Kc2 Kh7 51.Kb2 Kg7 52.g3 Kh7 53.h4 Kg7 54.Dg4

54…b4
54…Dg6 55.h5 Df6 56.Df3 Kh7 57.g4 Kg7 58.Df2 en er gaat straks een loper verloren bij zwart.
55.c4 Lf8 56.hxg5
56.Ld8! zou een mooier einde zijn geweest! 56…Le7 (56…Dg6 57.h5 Dh7 58.f6+ Kg8 59.Le7) 57.hxg5 Dxg5 (57…hxg5 58.Lxe7 Dxe7 59.c5! dxc5 60.d6 Dxd6 61.Dxg5+ – Grooten) 58.Lxe7 Dxg4 59.f6#.
56…Dxg5 57.Dxg5+ hxg5 58.f6+ Kxf6 59.Txf8 Kg7 60.Td8 f5 61.Txd7+ Txd7 62.Lxf5 1-0
 
Zo greep Arthur Pijpers weer eens naast de rondeprijs ondanks een spectaculaire partij. Over zijn zege op En-Passant (ik wilde En-Passanter’ schrijven, maar dat zal niet correct zijn) Henk Vedder schreef Grooten: “Een prachtige aanvalspartij met een stukoffer op langere termijn na een ietwat frivole openingsbehandeling van de zwartspeler. De witspeler moest zelfs nog een kwaliteit extra investeren om spel te behouden. Zwart bleek daarna slechts op een manier overeind te kunnen blijven en in een computervariant zou een bizarre zetherhaling dan tot remise moeten leiden. Toen de zwartspeler dat niet vond, ging hij ten onder en Pijpers wikkelde verder in mooie stijl af.”
Pijpers-Henk Vedder
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Ld7 5.Pf3 Lc6 6.Ld3 Pd7 7.c3 h6 8.Lf4 g5!?
Experimenteel en uitdagend spel tegen iemand die graag materiaal offert.
9.Le5 Pgf6 10.Pxf6+ Pxf6 11.De2 g4 12.Ph4 Tg8 13.0-0 Pd7 14.Lg3 Le7

15.Pg6!
Haast gedwongen, want volgens de computer staat zwart hier iets beter. “Ik vraag me af of Pijpers het met opzet zo ver liet komen dat hij zijn Ph4 moest offeren”, schreef Ree zelfs.
15…fxg6 16.Dxe6 Pf6 17.Tae1 Kf8 18.Lc4 Tg7 19.De3 g5
Doordat wit eerst 18.Lc4 en toen 19.De3 heeft gespeeld in plaats van andersom, kon zwart hier ook 19…Ld5 proberen om wit de diagonaal te betwisten: 20.Lxd5 Pxd5 21.Dxh6 Lg5 22.Dh8+ Kf7 en zwart kan proberen het eindspel te winnen. Volgens Grooten was dit “iets veiliger, maar wit houdt compensatie voor zijn stuk.”
20.Le5 Ld6

21.f4!
In de stijl van Chigorin!
21…gxf3 22.Txf3 Lxf3 23.Dxf3

23…Tg6?
Zwart kon zich verdedigen met 23…Lxe5 24.dxe5 De7 25.Df2 Te8 en nu het grappige 26.Te2! (26.Tf1 Dxe5 is goed voor zwart – Richard Vedder op Schaaksite) 26…Td8 27.Te1 (Grooten: “27.exf6?? Td1+; 27.h3 Tg6! is weer beter voor zwart. 28.Df5 faalt nu op 28…Dc5+ 29.Kh2 (29.Tf2 Td2!) 29…Dc6! – ga dit allemaal maar eens verzinnen als verdediger…”) en zwart kan met 27…Te8 voor een komische remise gaan, of nog iets proberen met 27…Tg6, maar na 28.Df5! Dc5+ 29.Tf2 (Grooten) blijft het uiterst gevaarlijk voor hem.
24.Df5! Lxe5
24…Kg7 25.Ld3 De8 26.Lxf6+ Txf6 27.Dh7+ Kf8 28.Dh8+ Kf7 29.Lc4+- (Grooten).
25.Dxg6
Ook 25.dxe5 De8 26.Te2! wint.
25…Lxd4+ 26.cxd4 Dxd4+ 27.Kh1 Dxc4 28.Dxf6+ Df7 29.Dh8+ Dg8 30.Df6+ Df7 31.Dh8+ Dg8

Natuurlijk neemt Pijpers na een paar herhalingen niet genoegen met remise: 32.Dxh6+ wint hier ook.
32.Tf1+ Ke7 33.Df6+ Kd7 34.Td1+ Kc8 35.Df5+ Kb8 36.Df7! Dh8 37.De7 b6 38.Td8+ Kb7 39.De4+ 1-0
 
Uit de wedstrijd Sissa-Utrecht kwam nog een aantrekkelijke aanvalspartij. Best zuur voor Utrecht dat nu ook één van de weinig overgebleven sterke spelers eraan ging. Ree: “Ook mooi. Interessant openingsspel en daarna hard de beuk er in tegen zwarts koning in het midden. Het was wel een beetje gratis prijsschieten.”
Zaragatski – Jens
1.Pf3 f5 2.d3 Pc6 3.d4
Het eerste teken dat dit geen alledaagse partij gaat worden.
3…e6 4.g3 Pf6 5.Lg2 d6 6.0-0 g6 7.c4 Lg7 8.d5 exd5 9.cxd5 Pe5 10.Pxe5 dxe5 11.Da4+ Dd7 12.Dc4 Df7 13.Db5+ Pd7
Thematisch: wit verhindert de zwarte rokade.
14.Db4 a5 15.Da3 Pb6 16.Pc3 Lf8 17.Db3 a4 18.Dc2 Ld7 19.Td1 Ld6 20.Lh6
En nog eens. Dan maar ‘handmatig’.
20…Ke7
En nu zo snel mogelijk het centrum open proberen te krijgen:
21.e4 The8 22.f4 Kd8 23.fxe5 Lxe5

24.d6
Een thematisch, maar wel mooi pionoffer, vond Grooten.
24…cxd6
Of 24…Lxd6 25.Txd6 cxd6 26.Lg5++- Te7 27.Te1 Lc6 (naar de c-lijn kan de koning natuurlijk niet, en 27…Ke8 28.Lxe7 Dxe7 (op 28…Kxe7 volgt ongeveer hetzelfde) 29.Df2! Pc4 30.exf5 Pe5 31.Pd5 Dd8 32.fxg6 hxg6 33.Le4 is vreselijk voor zwart) 28.exf5 Pc8 29.Df2 Ta6 30.Lf1 Ta8 31.Lxe7 Pxe7 32.Db6+ Ke8 33.Lb5 en het stort in.
25.Df2
Goed genoeg volgens Grooten, maar nog sterker vond hij 25.Lg5+ Lf6 26.Pb5! Lxb5 (26…Tc8 27.Df2) 27.Txd6+ Pd7 28.Lxf6+.
25…Pc4
Nog steeds lukt ontsnappen via de c-lijn niet. Grooten geeft 25…Kc7 26.Tac1 Lc6 27.Pd5+.
26.Pd5 Lc6 27.Tac1 Lxd5 28.Txd5 Tc8

Grooten: “De koning komt nu niet meer weg en dat betekent het einde.”
29.Lf1 Pxb2 30.Db6+ Tc7 31.Ta5 Ld4+ 32.Dxd4 Txc1 33.Dxd6+ 1-0
 
Er werd nog een partij ingezonden uit de wedstrijd eFXO Apeldoorn-EGGERT Purmerend (ik verzin deze namen niet zelf) in 1B. Apeldoorn is weer hard op weg naar de Meesterklasse, maar de mooie winst was van een Purmerender.
Een grappige partij met een aardig slot, maar verre van correct, vond Grooten. “Inderdaad aardig, maar iets te licht”, zei Ree.
Zwirs – De Weerd
1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 e5 4.Pf3 Pbd7 5.Lc4 Le7 6.a4 0-0 7.0-0 a5 8.h3 c6 9.Te1 Pb6 10.Lb3 Pfd7 11.Le3 exd4 12.Pxd4 Pc5 13.Df3 Pxb3 14.cxb3 Pd7 15.Dg3 Pe5 16.Tad1

16…Lh4
De Weerd zag deze zet “als de enige uitweg omdat ik blijkbaar in een variant was gestapt die Topalov schijnt te hebben gekenschetst als de weerlegging van de Philidor”. Hier had hij het stukoffer dat volgt op zet 20 reeds gepland.
17.Dh2
De Weerd: “Ik had gezien dat 17.Df4 het beste antwoord was, maar schatte in dat hij per se gezien het ratingverschil voor de snelle kill zou willen gaan en dus f2-f4 zou willen doordrukken.”
17…Df6 18.Tf1
“18.Te2 Dg6 19.f4 Lg3 20.Dh1 Pd7 21.Pf5 zou heel goed zijn voor wit” – Grooten.
18…Dg6!? 19.f4 Lg3 20.Dh1
Dat was het doel van De Weerd: de dame is jammerlijk weggestopt in een hoekje en de koning komt in gevaar.

20…f5!?
Dat was dus het idee. Volgens Grooten is dit stukoffer niet correct, maar min of meer gedwongen omdat na 20…Pd7 21.Pf5 wit gewonnen staat.
21.exf5
De Weerd schrijft niet wat hij van plan was na 21.fxe5. Zwart heeft 21…f4 22.Lf2 dxe5, maar 23.Pf3 stut.
21…Lxf5 22.Pxf5?
Na 22.fxe5 Tae8 23.Tf3 lijkt het wat dun te worden voor zwart, zoals mijn clubgenoot Bob Beeke pleegt te zeggen als ik me weer eens verofferd heb.
22…Txf5?
22…Dxf5 23.fxe5 Dxe5! 24.Lf2 Txf2 25.Txf2 De3 en de penning wint.
23.fxe5 Taf8 24.Txf5?!
24.Tf3 Txf3 25.gxf3 Lf4+ 26.Kf2 Dg3+ (of 26…Lg3+) 27.Ke2 schijnt nog goed te zijn voor wit, maar wie speelt er nu zo?
24…Dxf5 25.exd6 De5?!
25…De6! was nauwkeuriger, gezien het antwoord. Er kan volgen: 26.Td3 (26.Ld4? Te8 met matdreiging: 27.Tf1 De1!).
26.Ld4 De6

27.h4?
Wit had hier nog een krankzinnige ontsnapping met 27.d7! Df5 (27…Dxd7 28.Le5 Lf2+ 29.Kh2 en wit komt langzaam los) 28.Lb6 (28.h4 Lf2+ 29.Lxf2 Dxf2+ 30.Kh2 Dxh4+ is remise; 28.Pe2 Dc2 is volgens Grooten al niet zo duidelijk meer; de computer geeft overigens 28.Ta1 hier, een zet waar moeilijk kaas van valt te maken – “ik denk dat het staat voor ‘wit past'” – opperde Ree, en Grooten deed toch nog een poging: “Wit wil graag 28.Pe2 spelen om van die nare loper op g3 af te komen, maar dan wint 28…Dc2. De toren moet dus weg en op c1 staat hij kwetsbaar, dus dan maar naar het ‘onmogelijke’ veld a1…” – die computers bezorgen je alleen maar extra werk!) 28…c5 29.Dh2!! en wit komt in een eindspel met toren en twee stukken tegen de dame, waarin hij iets beter staat.
27…Te8!
Maar met deze zet, dreigend mat, is het weer helemaal uit.
28.Tf1 De1! 29.Pe2

29…Txe2
Voor de galerij! 29…Dxe2 won makkelijker: 30.Lf2 (er dreigde 30…Dxf1+) 30…Tf8 31.Dh3 Txf2! 32.Dxg3 Txf1+ 33.Kh2 Dd1 enzovoort.
30.Lc3 Dxf1+ 31.Kxf1 Tf2+
Dit is wel zeer artistiek.
32.Ke1
Ook na 32.Kg1 Tc2 is wit volslagen hulpeloos.
32…Txb2+ 33.Kd1 Tb1+ 34.Ke2 Txh1 35.d7 Lc7 36.Le5
En gelijktijdig opgegeven. Als die toren nu op h2 had gestaan en de witte koning op f3, was het een ander verhaal geweest…
 
Het volgende partijtje komt uit de wedstrijd in 1A tussen Caïssa Eenhoorn en Max Euwe, en werd ingezonden door de witspeler. Na een ‘uitgekauwde overbekende variant in de Caro-Kann’ (Grooten) komt er een bekend eindspel op het bord. Daarin snoept zwart een pion en dan gaat hij op spectaculaire wijze mat.
Ron Deen-Kambiz Sekandar
1.e4 c6 2.d4 d5 3.exd5 cxd5 4.c4 Pf6 5.Pc3 Pc6 6.Pf3 Lg4 7.cxd5 Pxd5 8.Db3 Lxf3 9.gxf3 e6 10.Dxb7 Pxd4 11.Lb5+ Pxb5 12.Dxb5+
13.Dc6+ geldt, meen ik, als iets nauwkeuriger omdat dan de koning naar e7 moet.
13…Dd7 13.Dxd7+ Kxd7 14.Pxd5 exd5 15.Le3 Lb4+ 16.Ke2 Tac8
16…Thc8.
17.Kd3 Tc7 18.Thg1 g6 19.Tg4 La5 20.Td4 Ke6 21.Lf4 Tb7 22.Tc1 Td8
22…Txb2 23.Tc6+ Kd7=.
23.Tc6+ Kf5 24.Lg3

24…Txb2?
Zwart vermoedt blijkbaar nog niets. Hij had met 24…Tdd7 zijn toren van de h4-d8 diagonaal af moeten halen, maar de aardige witte pointe was lastig te zien:
25.Tf4+ Kg5

26.Lh4+!
Met de toren op d7 had de koning hier ‘gewoon’ naar h5 gekund. Maar nu moet zwart materiaal verliezen. Hij gaat liever elegant mat.
26…Kxf4 27.Tf6+ Ke5 28.f4#
 
Over de volgende partij schreef Grooten: “Een typisch voorbeeld van grootmeester tegen amateur, waarbij die laatste term niet negatief bedoeld is (Burg is toevallig ook amateur omdat hij een baan heeft).
Zwart voelt zich in een versnelde Draak genoodzaakt om zijn loper op g7 met … f7-f6 te begraven en wit maakt later in de partij op elegante wijze gebruik van het gat op e6.”
Twan Burg-Verlinde
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Dxd4 Pc6 5.Lb5 Ld7 6.Dd3 Pf6 7.c4 g6 8.Pc3 Lg7 9.0-0 0-0 10.h3 a6 11.Lxc6 Lxc6 12.Pd4 Pd7 13.Le3 Tc8 14.Tad1 Pe5 15.De2 Ld7 16.b3 b5 17.f4 Pc6 18.Pd5 bxc4 19.bxc4 Tb8 20.f5 Pe5 21.Lg5 f6
Hiermee ontstaat een gat op e6, waar straks een wit paard vrolijk in springt.
22.Le3 Te8 23.Tc1 Da5 24.Tb1 Kf7 25.Tb3 Txb3 26.axb3 Tb8 27.Df2 Da3 28.Dh4 a5 29.Pe6 Lxe6 30.fxe6+ Kxe6 31.Dxh7 Lf8

Burg heeft de druk er goed op gehouden en maakt het af met een fraaie zet:
32.Txf6+!
En meteen opgegeven: 32…exf6 33.Pc7 is een mooi matje, en 32…Kd7 33.Txf8! is hopeloos.