door Herman Grooten
Op 10 januari, is op 65-jarige leeftijd mijn neef en schaker pur sang Paul Grooten uit Zwolle heengegaan. Hij heeft in december nog zijn laatste verjaardag kunnen vieren met zijn familie en hij deed dat met de nodige humor, die zo kenmerkend was voor hem. Op de rouwkaart stond het volgende: Paul  heeft zijn laatste zet gespeeld. Het eindspel was indrukwekkend. Wij zullen nog lang bezig zijn met de analyse van zijn partij in het leven. Dit geeft aan hoe belangrijk het schaken voor hem was.
Paul was werkzaam als directeur van de afdeling Bouwkunde & Civiele Techniek op de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Daarnaast was hij jeugdleider bij het Zwols Schaak Genootschap en dat deed hij – zoals ik hem ken – met veel inzet en plezier. Dat plezier straalde er bij alles wat hij aanpakte vanaf. Schaken was een grote passie van hem, net zoals andere hobby’s van hem, waaronder bridge en muziek maken vielen.
Het moet ergens in de jaren ’90 zijn geweest dat Paul mij benaderde of ik ook voor de top van ZSG een paar schaaktrainingen wilde verzorgen. Hoewel dat niet vanzelfsprekend is, was alles tot in de puntjes geregeld. De randvoorwaarden voor een goede les had hij voor mij geschapen; ik kwam als het ware in een gespreid bedje in Zwolle aan. Hoewel het voor mij bepaald niet naast de deur was, deed ik het met veel plezier.
Vele jaren later heb ik ooit meegedaan aan het Zwols weekendtoernooi waar ook Paul – als ik het goed begrepen heb – ook in de organisatie een behoorlijke vinger in de pap had. Uiteraard kon ik logeren in het huis van Paul, zijn vrouw Jannie en hun kinderen Claar, Luc en Lerrie. Zij waren nog jong maar ook al begiftigd met het schaken. Zij hebben ook jarenlang bij de jeugdafdeling meegedaan. Paul heeft ook aan de wieg gestaan van de succesvolle carrière van de latere grootmeester Wouter Spoelman. Toen die zich aanmeldde bij de club, heeft Paul hem nog een tijdje lang privéles gegeven. Later heb ik ook het voorrecht gehad om zo’n talent te mogen samenwerken. Paul had mij helemaal bijgepraat over zijn talent! Zie het artikel “Gespot 88 Wouter Spoelman en Q-training”.
In de periode van 5 jaar waarin ik Topsportcoördinator van de KNSB was, had ik mij beziggehouden met het instellen van zogenaamde steunpunten. Eigenlijk analoog aan de Olympische steunpunten van NOC*NSF wilden we de trainingen van de jeugd decentraliseren en via een steunpunt, waarvoor een regionale coördinator was aangesteld, zien te regelen. Op dat moment werd er door de KNSB alleen een landelijke training voor pakweg 80-100 talentvolle kinderen in Utrecht geregeld. Maar vanuit Haarlem valt het moeilijk te overzien wie daarvoor in aanmerking komen en ook om mensen te motiveren om van alle uithoeken uit het land op een zondag naar Utrecht te komen en dan 6 uur lang training te krijgen.
De bedoeling was om frequenter te gaan trainen, korter en dichterbij huis. Paul was meteen enthousiast over het idee. Hij bood zich aan om één of twee groepen onder zijn hoede te gaan nemen. Dat gebeurde ook en hij ontwikkelde al doende zelf materiaal, analoog aan de Stappenmethode. Mede hierdoor kwam hij later in beeld om ook kadercursussen namens de KNSB te gaan geven. In die hoedanigheid hebben we elkaar meermalen ontmoet tijdens vergaderingen met andere kaderdocent. Daar liet hij zich niet onbetuigd om nieuwe ideeën te spuien. Dat hij daarbij soms tegen heilige huisjes aanschopte, deed hij om mensen aan het nadenken te zetten. Hij bleef altijd de rust zelve en toonde daarbij zijn kenmerkende humor.
De laatste jaren had hij te kampen met nierproblemen. Die werden zo ernstig dat hij heel andere kwalen erbij kreeg. Gelukkig was zijn broer Robbie bereid om één nier af te staan. De operatie in 2015 lukte en even leek het erop dat Paul er helemaal bovenop zou komen. Maar helaas werd hij daarna wederom geteisterd door allerlei ziektes. Zijn auto-immuunziekte sloeg op zijn nieren en daardoor kreeg hij meer complicaties, waardoor het van kwaad tot erger ging.
Toen hij mij een tijdje geleden belde dat hij zijn trainingsmateriaal aan het opruimen was en of ik daar een goede bestemming voor wist, besefte ik dat hij het einde ook al zag naderen. Ik heb een balletje opgegooid bij de KNSB en hem gesuggereerd om te doneren aan opkomende trainers in zijn regio. Of wellicht bij hem op de club.
Ik wist pas heel kort dat hij in het ziekenhuis van Zwolle beland was en dat hij daar waarschijnlijk niet meer uit zou komen. Toen ik van één van mijn broers hoorde dat het toch snel bergafwaarts met hem ging, heb ik hem mijn nieuwste boek (Begrijp wat je doet deel 1 over Spaans-Italiaanse structuren) toegestuurd. Helaas kwam het net te laat binnen, hij was diezelfde dag overleden. Maar zijn zoon Lerrie, die het schaken nog altijd leuk vindt, heeft het nu in zijn bezit.
(Voor een mooi ‘In Memoriam’ verwijs ik graag naar de site van het Zwols Schaak Genootschap waar voorzitter Harry ten Klooster een indrukwekkend artikel heeft geschreven)