Door Peter Boel
De negende en voorlaatste KNSB-ronde (er volgt nog minstens één inhaalronde in verband met de coronapauze) gaf een bonte mengeling van partijen te zien. Ook de voorselectie voor deze prijs was anders dan anders: er zat geen enkele vlotte offerpartij bij volgens Fischer’s adagium ‘Sac, sac, mate!’ en elke kandidaatpot had wel een ‘vlekje’. Juryleden Hans Ree en Herman Grooten kenden tenslotte de prijs toe aan de Deense grootmeester Mads Andersen, die een solide gespeelde drukpartij bekroonde met een heel mooi en verrassend stukoffer in het eindspel. Het deed Grooten denken aan een bekend offer van een ‘Trojaans paard’ op d4, maar hier ging het om een loper. De prijs, het boek The Greatest Attacker in Chess van Cyrus Lakdawala (New In Chess) gaat naar de Deen, die het veel verstandiger aanpakte dan het aanvalsbeest Rashid Nezhmetdinov, over wie dit boek gaat, waarschijnlijk zou hebben gedaan.
Grooten noemde wits winnende (40ste!) zet ‘prachtig’ en ‘formidabel’ na een ‘onderhoudende partij’.
Mads Andersen – Jeroen Bosch
HMC-AMEVO Apeldoorn
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 d6
Een nogal provocatief systeem; zwart houdt zijn koningsloper binnen de keten om snel …Lg4 te spelen. De opening is vooral bekend door het beroemde Zeekadettenmat na 4.Pc3 Lg4 5.Pxe5? (gespeeld door Sire de Légall tijdens het opvoeren van de operette ‘Seekadetten’ in de Weense Opera; de witspeler zag iets moois maar vergat dat hij gewoon een stuk kwijt is na 5…Pxe5) 5…Lxd1? 6.Lxf7+ Ke7 7.Pd5#. Er zijn overigens ook vele versies van deze mattruc die wel correct zijn! De lezer van deze ‘rubriek’ zal de opening vooral kennen van de partij Schoppen-Garrida Dominguez, eind 2019, waarin Schoppen de druk opvoerde na 4.0–0 Le6?! en met een mooie combinatie de schoonheidsprijs won.
4.0–0 Lg4 5.c3 Dd7 6.a4 Pf6 7.d3 Le7 8.Te1
Andersen bouwt rustig aan een solide voordeeltje. Hij had hier ergens wel een lastige vraag kunnen stellen met 8.h3 want na 8…Lh5 gaat wit verder met Pbd2, Te1, Pf1 en Pg3. In zijn commentaar voor Karel van Delft’s Schaakberichten schrijft Andersen dat hij bang was voor een snel …g7-g5 en “some SOS-attack”.
8…0–0
Na wits 6.a4 is lang rokeren niet meer zo aantrekkelijk.
9.Pbd2 Tae8 10.b4 Ld8 11.La2
Na een eventueel …Le6 wil Andersen nu niet meer de lopers ruilen.
11…Pe7 12.h3 Le6 13.Lb1 h6 14.d4 Pg6!?
Nog een provocatie!
15.Pf1
De witspeler zag af van de eerder geplande stukwinst met 15.d5 vanwege 15…Lxh3 16.gxh3 Dxh3 17.Pf1 en nu bijvoorbeeld 17…c6, waarna de zwarte loper kan gaan meedoen via b6. De engine geeft als sterker 17…Pf4 18.Lxf4 exf4 en nu komt na 19.P1h2 het door de Deen gevreesde 19…g5.
15…Dc8
Andersen vond dit nogal besluiteloos en beval 15…exd4 aan. Ook 15…Ph5 is een mogelijkheid. Na de tekstzet “zijn al wits zetten natuurlijk, en mijn voordeel groeit gestaag.”
16.Pg3 Ld7 17.Le3 b6 18.Dd2 Kh7 19.Lc2 Le7 20.Tad1 Td8 21.Dc1 Pg8 22.Pf5
Tijd voor expansie.
22…Lf6 23.g4 P6e7 24.Kh2 Pxf5 25.exf5 exd4 26.cxd4
26…c5
Bosch probeert wat ruimte te creëren om adem te halen – en ook om wit een beetje bezig te houden, want h3-h4 gevolgd door g4-g5 is geen prettig vooruitzicht.
27.bxc5 dxc5 28.d5 Kh8 29.Lf4 Tfe8
30.h4
Deze zet wordt bekritiseerd door Andersen; 30.Le5! gevolgd door 31.Df4, Kg2 en pas dan h3-h4 was erg penibel geworden voor zwart.
30…Txe1 31.Txe1 Te8
Probeert zijn problemen te verlichten door ruil.
32.Kg3
32.g5 lijkt een beetje te vroeg hier: 32…Txe1 33.Dxe1 (33.Pxe1 Ld4) 33…Lxf5 maar wit houdt druk met 34.Le4 en zijn d-pion is net iets verder dan zwarts c-pion.
32…Txe1 33.Dxe1 Lb2 34.Pe5?
Dit paard is een belangrijk aanvalsstuk! Beter was 34.Le5! en d5-d6, of ook direct 34.d6.
34…De8! 35.d6
35…c4?
Zwart revancheert zich. Een goede verdediging was volgens Andersen 35…Pf6 36.Lb3 Lxe5 37.Dxe5 (na 37.Lxe5 Lc6 staat zwart zelfs een tikje beter – beide spelers hadden de pointe 38…Pe4+ overzien in de vooruitberekening) 37…Lxa4 38.g5 hxg5 39.hxg5 Dxe5 40.Lxe5 Lxb3 41.gxf6 La4 42.fxg7+ Kg8 en het lijkt dat zwart dit remise kan houden.
36.g5 Lxe5 37.Dxe5 Dxe5
Andersen geeft als taaier 37…hxg5 38.hxg5 f6 39.Dxe8 Lxe8 en nu 40.g6 (“!” – Andersen) 40…Ph6 41.Kf3 Ld7 42.Ke4! waarna wit er nog wel voor moet werken. 40.Kf3 en wandelen naar de damevleugel ziet er toch vrij overtuigend uit; na 40…fxg5 41.Lxg5 Ph6 42.Ke4 is de witte koning sneller ter plekke dan in Andersen’s variant.
38.Lxe5 hxg5 39.hxg5 f6
40.f4!!
Een prachtige vondst waarmee wit alle zwarte stukken gevangen houdt. Andersen had deze zet niet in de vooruitberekening gezien, maar nu, aan het bord, wel. Bosch vertelde dat hij dacht dat hij zich er net een beetje uit had gered en de zet ook niet had zien aankomen. Wit handhaaft de pion op g5, en daarmee krijgt zijn koning vrije doorgang naar de damevleugel.
Grooten vergeleek dit ‘passieve’ stukoffer met Viktor Moskalenko’s vondst van ‘The Trojan Horse’, een paardoffer op d4 dat de Oekraïense grootmeester propageert in zijn boeken en dat ook eens door Anand is gespeeld:
Viswanathan Anand – Wang Hao
Wijk aan Zee 2011 (4)
16.Pd4!
Met duidelijk voordeel, en wit won.
Bij Andersen-Bosch was het stukoffer meteen beslissend. Zwart nam het niet aan, maar gaf op na:
40…a6 41.Lc3
De witte koning loopt ongehinderd naar d4.
Ivo Maris zond de volgende epische clash in, uit de wedstrijd Assen-Arnhemse Schaakacademie in Klasse 2A:
Ivo Maris – Willy Hendriks
Ree: “Je speelt de partij na, ziet dat Hendriks kalm maar meedogenloos de druk op de koningsvleugel versterkt, en dan heeft Maris opeens gewonnen.”
1.b4
De specialiteit van Maris, waarover hij een mooie Survey schreef in wijlen Yearbook 132.
1…e5 2.a3 f5
Huiswerk van Hendriks?! Deze zet kwam niet in de Survey voor…
3.Lb2 d6 4.g3 Pf6 5.Lg2 Le7 6.e3 0–0 7.Pe2 De8 8.0–0 a5
Ook nog huisvlijt?! Dit is de eerste zet van Stockfish, terwijl je toch zou verwachten dat zwart verdergaat op de koningsvleugel. Maar als je denkt als een Koningsindiër is het wel prettig om het witte spel op de damevleugel eerst af te zwakken. Het is overigens opvallend dat het straks een typisch Koningsindische ketenstrijd wordt met alle bekende tactische grappen, en dat na 1.b4 !
9.c4 axb4 10.axb4 Txa1 11.Lxa1
11…Pc6
11…c6 gevolgd door …Le6 en …Pbd7 ziet er prima uit.
12.b5 Pd8 13.d3
Hier had wit het steviger kunnen aanpakken met 13.d4!, al is dat voor een Orang Oetan-speler misschien niet zo voor de hand liggend omdat de diagonaal voor de dameloper wordt afgesloten. Later doet Maris alsnog d3-d4, maar dat is allemaal een beetje langzaam.
13…Pe6 14.Pd2 Dg6 15.d4 e4 16.Db3 Dh6
17.c5?
Dit stelt zwart in staat het centrum dicht te schuiven en vervolgens op klassieke wijze een aanval op de koningsvleugel op te zetten.
17…d5 18.f4
Dit voelt niet als een echte stut.
18…Dh5 19.Te1 h6 20.Pc3 Td8
Na 20…c6 is 21.Pa4 irritant, maar 21…Ld8 is nog goed voor zwart in dat geval. Hendriks laat zich echter zo min mogelijk afleiden.
21.Dd1 Df7 22.Pb3 g5 23.Lh3 Dg6 24.Kh1 Kh7 25.Tf1 Pg7 26.Lb2
26…g4?!
Beter was 26…gxf4! om de zwakte van pion dan wel veld e3 bloot te leggen.
27.Lg2 h5 28.Kg1 h4
29.gxh4?
Tja, daar heb je het; wit kan niet stil blijven zitten terwijl hij geschoren wordt. Een Kortchnoi of een Petrosian had hier ongetwijfeld de computerzet 29.Pa5 gespeeld.
29…Dh6 30.Lc1 Tg8 31.Ld2 g3 32.h3 Dxh4 33.Te1 Le6 34.Da1 Lf7 35.Da7
35…Pg4!?
Heel sterk was ook 35…Lh5 gevolgd door …Lf3, en dan kan zwart daarna wel eens aan …Pg4 gaan denken.
36.hxg4 Dh2+ 37.Kf1 fxg4 38.Dxb7 Pf5 39.Te2
Of 39.Dxc7 Te8 40.Ke2! en nu heb je echt Koningsindische toestanden. Na 40…Ph4! staat zwart goed. 41.Kd1 Pxg2 42.Tf1? (42.f5! is taaier) 42…Ph4 volgt winnend 43…g2.
39…Tg6?
Nu kan Maris rustig doorknabbelen op de damevleugel. Ree kwam met de winnende variant 39…Ph4! 40.Lxe4+ (40.Dxc7 Te8 41.Pxe4 Pxg2 42.Pf6+ Kg6 43.Txg2 Dh1+ 44.Tg1 Df3+ 45.Ke1 Df2+ en zwart wint) 40…dxe4 41.Txh2 gxh2 42.Dxe4+ Kh6 en na bijvoorbeeld 43.Le1 Lc4+ 44.Pe2 g3 45.Lxg3 Txg3 is het gebeurd: “Als het zo was gegaan was het een prijs waard geweest, voor zwart dan.”
40.Dxc7 Ph4
Eén zet te laat!
41.Dxe7 Pxg2 42.Dxf7+ Tg7 43.Df5+ Kh8
44.Txg2
Nu houdt wit heel veel materiaal over, maar hoe zit het met de zwarte g-pion?
44…Dh1+ 45.Ke2
Minder was 45.Tg1 g2+ 46.Kf2 g3+ en nu zit het wel goed met de zwarte g-pion! Wit moet eeuwig schaak houden op h5 en e8.
45…Dxg2+ 46.Kd1 Df1+ 47.Kc2 g2
48.Pxd5!
Dit is wel heel mooi gezien van Maris. Aan de andere kant, er was ook niets anders…
48…Dxb5
Als zwart promoveert, loopt hij mat met paard en dame (en pion f4): 48…g1D 49.Dh5+ Th7 (49…Kg8 50.Pf6+ Kf8 51.De8#) 50.De8+ Kg7 51.De7+ Kg6 52.Df6+ Kh5 53.Dg5#.
49.Df8+ Kh7 50.Pf6+ Kh6 51.Pxg4+ Kh7 52.Pf6+ Kh6 53.Dh8+ Kg6 54.Pg4
Wat een ellende voor zwart. Opnieuw kan hij promoveren, maar opnieuw is het dan mat. Na een schaakje op c4 of b3 heeft wit gewoon 55.Kb2…
54…g1D 55.Pe5+ Kf5 56.Df8+ Ke6 57.f5+ Kd5 58.Dd6#
De volgende partij, uit de Derde Klasse E, werd uitgebreid geanalyseerd en ingezonden door de witspeler. Zoals deze zelf al aangaf, zaten de fraaie offers helaas vooral onder de oppervlakte. “Dat heb je vaak,” gaf Ree toe, maar voor een prijs moeten ze toch echt op het bord komen…
Dinard van der Laan – Willem Hensbergen
[commentaar Dinard van der Laan]
1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 Pf6 4.e5 Ph5 5.De2!?
Een minder bekende zet. Het idee is voorlopig de zetten …d7-d6 en …d7-d5 te verhinderen en de lange rokade voor te bereiden.
5…Le7 6.d4 0–0
Niet goed is 6…Lh4+?! 7.Pxh4 Dxh4+ 8.Df2 Dxf2+ 9.Kxf2 d5 10.exd6 cxd6 11.Le2 Pf6 12.Lxf4 en met het loperpaar staat wit duidelijk beter.
7.Pc3 d6 8.Ld2
8…Lh4+?
Dit is een fout. De beste zet is 8…Lg4! waarna wit wel compensatie voor de pion heeft, maar de vraag is hoeveel.
9.g3! fxg3 10.0–0–0 Lg4 11.De4 Lxf3 12.Dxf3 g6
13.Pe4?!
Hoewel wit beter blijft staan na de tekstzet waren er betere alternatieven. Het sterkst was 13.Dg2! zodat zwart niet zoals in de partij …g3-g2 kan spelen om de h-lijn gesloten te houden. Er kan dan bijvoorbeeld volgen: 13.Dg2! Pc6 14.Le2 Pg7 15.hxg3 Le7 16.exd6 cxd6 17.g4 Pxd4 18.Dh3 h5 19.gxh5 Pxe2+ 20.Pxe2 Pxh5 21.Tdg1 met winnende aanval voor wit.
Ree: “Een beetje jammer: 13.Dg2 was een mooie winstzet geweest, en het wat primitievere 13.hxg3 lijkt ook niet mis.”
13…g2!
Zwart grijpt de kans aan om de h-lijn voorlopig gesloten te houden.
14.Lxg2 Pc6 15.Lh6! Te8?!
Zwart kon het beste de kwaliteit geven met 15…dxe5!. Er volgt bijvoorbeeld 16.Thg1 Kh8 17.dxe5 De7 18.e6 Dxe6 19.Lxf8 Txf8 20.Kb1 en wit staat wel iets beter, maar zwart doet nog volop mee.
16.Thg1!
Met het idee Dxh5. Ook goed maar iets minder spectaculair was 16.Thf1 De7 17.exd6 cxd6 18.Dg4! Pg7 (18…Lf6 19.Dxh5! gxh5 20.Pxf6+ Kh8 21.Ld5+– is nog een leuke variant; de actieve witte stukken zijn hier veel sterker dan de zwarte dame) 19.Tf4 f5 20.Dxh4 Dxh4 21.Txh4 fxe4 22.Lxe4. Het loperpaar is hier erg sterk, wit staat waarschijnlijk gewonnen.
16…Pg7
Zwart ziet 17.Dxh5 aankomen en speelt het paard terug. Hij had ook 17.Dxh5 toe kunnen laten en het zich laten bewijzen. Wit moet dan wel een aantal goede zetten doen om te winnen, bijvoorbeeld 16…dxe5 17.dxe5 De7 18.Dxh5! gxh5 19.Lh3+ Kh8 20.Lg7+ Kg8 21.Lf6+ Kf8 22.Lxe7+. Ondanks het feit dat de dames van het bord zijn houdt wit een sterk initiatief: 22…Txe7 (22…Kxe7 23.e6! Tad8 24.Tdf1! Pe5 25.Tf5 Td5 26.Tg7 Ted8 27.Pc3 Td4 28.exf7 Lf6 29.f8D+ Kxf8 30.Txc7 T8d6 31.Lg2 en wit staat gewonnen) 23.Pf6! Lxf6 24.exf6 Te3 25.Lf5 Td8 26.Lxh7 Txd1+ 27.Kxd1 Ke8 28.Lf5! Kd8 29.Kd2 Te5 30.Tg8+ Te8 31.Txe8+ Kxe8 32.Ke3. Wit loopt nu met de koning naar g5 en wint het eindspel.
17.Pf6+! Lxf6 18.exf6 Pe6
Met deze zet houdt zwart het nog even vol, maar hij heeft geen enkel tegenspel meer. Zwart had wit alsnog tot een (weliswaar winnend) dameoffer kunnen dwingen met 18…Pf5
(analysediagram)
19.Dxf5! gxf5 (ook een leuke variant is 19…Pxd4 20.Txd4! Te1+!? 21.Txe1 gxf5 22.Te7 c6 23.Lf3 d5 24.Td1 Kh8 25.Lh5 en zwart gaat spoedig mat) 20.Lxc6+ Kh8 21.Lg7+ Kg8 22.Tg5! bxc6 (22…h6 23.Th5+–) 23.Tdg1. Wit dreigt 24.Lf8+ met mat. De enige manier voor zwart om nu niet mat te gaan is een kansloos eindspel ingaan met 23…Te1+ 24.Txe1 De8 25.Txe8+ Txe8 26.Lh6+ Kh8 27.Tg7 Tf8 28.Kd2+–.
Vergelijkbaar met de 18…Pf5 variant is 18…Ph5 19.Dxh5! gxh5 20.Lxc6+ Kh8 21.Lg7+ Kg8 22.Tg5! en wit wint.
19.c3
Natuurlijk niet 19.d5? Pe5 en zwart doet weer mee. Na de tekstzet kan zwart weinig meer doen en wordt hij uiteindelijk over de h-lijn matgezet:
19…Pf8 20.Tdf1 Pd7 21.Lh3 Pb6 22.Lg4 d5 23.h4 Te4 24.h5 Dd6 25.hxg6 hxg6 26.Th1 1-0
Jonas Hilwerda overleefde in het Meesterklasse-degradatieduel Groninger Combinatie-Zuid Limburg een mooi dameoffer van Lennert Lenaerts en won met slagvaardig spel. Ook hier vonden de juryleden de varianten mooier dan de partij zelf. De varianten in deze analyse zijn van Grooten:
Lennert Lenaerts – Jonas Hilwerda
Groninger Combinatie-Zuid Limburg
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.cxd5 Pxd5 5.e4 Pxc3 6.bxc3 Lg7 7.Lg5 c5 8.Tc1 0–0
8…cxd4 9.cxd4 Lxd4? 10.Txc8! Dxc8 11.Dxd4 f6 12.Ld2 en wit heeft twee stukken voor een toren.
9.Pf3 Lg4 10.d5 Dd6 11.Le2 Pd7 12.0–0 Lxf3 13.Lxf3 c4 14.Da4 Tfc8 15.Le2
Hier begint het gedonder. Zwart verdedigt zijn c4-pion op tactische wijze:
15…Pc5 16.Dxc4 Pe6
17.dxe6!
Gedwongen, maar ook zeer gevaarlijk voor zwart.
17…Txc4 18.exf7+ Kxf7 19.Lxc4+ Kf8 20.Lb3
Nu gaat wit opstomen met de f-pion, en wat kan zwart daar eigenlijk tegen doen?
20…Td8 21.f4 Lxc3 22.e5 Db4 23.f5 Ld2
24.fxg6+
24.Lxd2 Dxd2 25.f6 exf6 26.exf6 geeft wit ook voldoende compensatie, bijvoorbeeld 26…a5 27.Tc7 a4 28.Tf7+ Ke8 (28…Kg8 29.Td7+ axb3 30.Txd2 Txd2 31.axb3 Kf7=) 29.Te7+ Kf8=.
24…Kg7
25.Lxd2?
Hier had wit een schitterende remiseweg: 25.Lf6+!! en nu:
A) 25…exf6 verliest zelfs wegens 26.Tc7+! Kh6 (26…Kh8 27.g7#; 26…Kxg6 27.Txf6+ Kg5 28.Tg7+ Kh5 29.Ld1+ Kh4 30.Txh7+ Lh6 31.Thxh6+ Kg5 32.Th5#) 27.Txh7+ Kxg6 28.Lc2+ f5 29.Lxf5+ Kg5 30.g4 en zwart moet materiaal geven na 30…Dd4+ 31.Kg2 Dd5+ 32.Tf3 (dreigt mat op h5) 32…Dxe5 33.Th5+ Kf6 34.Ld3+; het eindspel met de vrije g- en h-pion is gewonnen;
B) 25…Kxg6 26.Tc4! Db6+ (iets als 26…Db5 27.Tg4+ Kh6 28.Lg7+ Kh5 29.Tg3 levert wit een winnende aanval op) 27.Kh1 Td4 en nu bijvoorbeeld 28.Lxe7 Txc4 29.Lxc4 Dd4 30.Tf6+ Kg7 31.Tf7+ met eeuwig schaak.
25…Txd2 26.gxh7 Dg4
Nu neemt zwart het initiatief over en wint hij met krachtig spel.
27.Tf7+
Natuurlijk niet 27.Tf2?? Txf2 28.Kxf2 Df4+.
27…Kh8 28.Tf8+ Kxh7 29.Tg8 Txg2+ 30.Kh1
30…Txh2+ 31.Kxh2 Df4+ 32.Kh3 Dxc1 33.Kg4 Dg1+ 34.Kf5 Df2+ 35.Ke4 Dh4+ 36.Kf5 Df2+ 37.Ke4 De2+ 38.Kf4 Dd2+ 39.Ke4 De2+ 40.Kf4
40…Df1+
De dame moet naar de derde lijn, om met schaak de loper op b3 te kunnen aanvallen.
41.Kg5 Dg2+ 42.Kf5 Df3+ 43.Kg5 Dxb3 0-1
Een uiterst curieuze Kurzpartie was de volgende tussen twee grootmeesters – nog wel in een variant die behoorlijk populair is onder wereldtoppers. De “schoonheid” zat hem hier misschien vooral in de “ondoorgrondelijkheid” van de partij, opperde Grooten. En daar kunnen we verder mee!
Roeland Pruijssers – Martijn Dambacher
HMC-AMEVO Apeldoorn
1.e4 c5 2.Pc3 d6 3.d4 cxd4 4.Dxd4 Pc6 5.Dd2
De Simeonides-variant, courtesy Carlsen!
5…g6 6.b3 Lg7 7.Lb2 Pf6 8.0–0–0 0–0 9.f3 a5 10.a4 Pb4
11.g4?!
De schuldige, vond Ree. Tegenwoordig doe je zo’n zet blind, maar nu komt zwart toch eerst op de damevleugel. Dambacher reageert alert:
11…Le6 12.Lb5
12.Kb1 of 12.Pge2 zou nog gelijk zijn volgens de engines, maar na 12…Tc8 lijkt zwart in beide gevallen al het plezier te hebben.
12…Tc8 13.Pge2
13…d5!
De zwakte van c2 doet zich voelen.
14.g5 Pe8 15.Pd4?!
Grooten: “Opmerkelijk genoeg kon wit hier 15.Pxd5 spelen: 15…Lxd5 (15…Txc2+?? 16.Dxc2 Pxc2 17.Pf6++–) 16.c3 Lxe4 17.fxe4 Dxd2+ 18.Kxd2! en de engine vindt dat het gelijk staat.” Wit moet nog wel erg oppassen met zijn gecentraliseerde koning na bijvoorbeeld 18…Pd6 19.Ke3 Pa2 20.Td3 f5.
15…Pd6 16.exd5?
Grooten: “Dit verliest op slag. Hier was 16.Kb1 geboden, maar zwart staat al duidelijk beter.”
16…Lf5! 17.Pxf5 gxf5 0-1
“Toen ik de partij oppervlakkig naspeelde dacht ik: waarom geeft hij nou op?”, schreef Ree. “Maar het was inderdaad totaal uit.”
Wit bezwijkt aan de druk op de c-lijn. Er dreigt 18…Lxc3 en 19…Pxa2, en op 19.Kb1 wint simpel 19…Dc7.