Door Peter Boel
In de zevende ronde stond in diverse klassen al heel wat op het spel. Wellicht daarom viel er aardig wat aanvalsgeweld te zien. Twee vlotte potjes werden ingezonden en krijgen hieronder speciale vermeldingen. Maar het ging ditmaal tussen twee partijen uit de Meesterklasse: een mooie cleane combinatie van Ivan Sokolov en een speculatief stukoffer van Robby Kevlishvili, waarna een onnauwkeurigheid van de verdediger wordt afgestraft met een keiharde afronding. Juryleden Hans Ree en Herman Grooten vonden dat Sokolov’s partij misschien van een hoger peil was, maar in wezen slechts om één scherp berekende combinatie ging. Kevlishvili’s partij was ‘wat rommeliger, maar ook inhoudsrijker’. Dus de New In Chess prijs, het boek The Shereshevsky Method, gaat naar toptalent Robby Kevlishvili.
 
De twee topkandidaten kwamen beide uit het duel Pathena Rotterdam-BSG. Iets later ingeleverd dan de rest, maar dan heb je ook wat. Er waren nog twee spektakelstukken in deze wedstrijd, maar in beide had de verliezer lang gewonnen gestaan. Overigens ontbraken ditmaal de partijen van Voerendaal-Kennemer Combinatie. Genoeg gezeurd, nu een robber tussen twee Robben.
 
Robert Kevlishvili – Robert Ris
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0–0 Le7 6.Te1 b5 7.Lb3 d6 8.c3 0–0 9.h3 Pb8 10.d4 Pbd7 11.Pbd2 c5 12.Pf1 Te8 13.Pg3 Lf8 14.Lc2 cxd4 15.cxd4 exd4 16.Pxd4 d5

 
17.Lf4!
Een sterk nieuwtje. 17.exd5 Txe1+ 18.Dxe1 Lb7 19.Pgf5 Lxd5 20.Le3 (20.De3 De8 21.a4 bxa4 22.Lxa4 Dxe3 23.Pxe3= Granda Zuniga-Schröder, Helsingor 2016) 20…Tc8 21.Td1 De8 22.Lb1 met gelijk spel was gezien in de topper Grischuk-Ivanchuk, Astana 2012.
Met 17.Lg5 Lb7 18.e5?! Txe5 19.Txe5 Pxe5 20.Ph5 Ped7 21.Df3 h6 bereikte wit nog minder dan niets in Veys-Glud, Cappelle-la-Grande 2013.
17…dxe4 18.Pxe4 Lb7 19.Pg5!?
Een pointe van 17.Lf4.
Na 19.Pd6 Lxd6 20.Lxd6 Txe1+ 21.Dxe1 staan de lichte witte stukken onhandig, zoals blijkt na 21…Db6 22.Pf5 Lxg2!, waarop 23.Dc3 wit trouwens nog wel wat compensatie geeft.
19…Txe1+ 20.Dxe1 Db6 21.Td1 h6
Zwart gooit olie op het vuur, maar Ris vertelde dat de tekstzet wit dwingt tot het volgende stukoffer, waarna zwart nog steeds goed staat.

 
22.Pxf7!? Kxf7 23.Lc7! Lb4
Natuurlijk niet 23…Dxc7 24.De6#. Maar 23…Te8 24.Lb3+ Ld5 lijkt speelbaar voor zwart: 25.Dxe8+ Kxe8 26.Lxb6 Pxb6 27.Lxd5 Pfxd5 28.Pe6 geeft ongeveer gelijke kansen in het eindspel. Ris verwierp dit omdat het hem geen winstkansen bood.
24.Lb3+

 
24…Kg6?!
Daar staat de koning niet goed.
De enige verdediging was 24…Ld5! 25.Dxb4 (25.De3 Dc5 26.Tc1 Lc4 houdt de witte stukken ook buiten) 25…Dxc7 en nu 26.Pxb5! axb5 27.Txd5! omdat de toren op a8 hangt. Dit leek Ris te gevaarlijk. Er kan volgen 27…Kg6 28.Dxb5!? (28.Txb5 Dc1+ 29.Kh2 Te8 en zwart dreigt het stokje over te nemen, dus een overgang naar een zeer onduidelijk eindspel met 30.Dc4 is hier aangewezen voor wit) 28…Pxd5 29.Dd3+ Kf6 30.Dxd5 met gevaarlijke dreigingen, maar zwart kan eeuwig schaak houden met 30…Dc1+ 31.Kh2 Df4+.
Voor zwart is het extreem moeilijk om alle beste zetten achter het bord te vinden.
25.Lc2+ Kf7 26.Lb3+ Kg6 27.Dxb4 Dxc7

 
28.De7!
Deze zet had Ris gemist. Wit heeft meerdere vreselijke dreigingen: 29.Pe6, 29.Lf7+, 29.Lc2+.
28…De5 29.Pe6! Tg8 30.Txd7 Pxd7

 
31.Pf4+!
Kevl maakt het keihard en elegant af: “Alle zetten zijn krachtzetten,” (Grooten). Na 31…Dxf4 32.Lc2+ Kh5 wint 33.g4+ de dame – en meer.
31…Kf5
Ris laat sportief het mat op het bord komen.
32.Dxd7+ Kxf4 33.Dg4#
 
Uit hetzelfde duel dus kwam het grootmeesterlijke treffen tussen de Tsjech Lubomir Ftacnik en de Nederlandse globetrotter Ivan Sokolov. Het aardige hier is dat Ftacnik het heel ambitieus speelt – te ambitieus.
 
Lubomir Ftacnik – Ivan Sokolov
1.Pf3 Pf6 2.c4 b6 3.g3 Lb7 4.Lg2 g6 5.d4 Lg7 6.0–0 0–0 7.Pc3 Pe4 8.Pxe4 Lxe4 9.Le3 c5 10.Dd2 Pc6
Een pionoffer en een interessant nieuwtje. 10…d6 is hier bekend.
11.dxc5 bxc5 12.Lxc5 Tb8 13.La3 Db6 14.Tad1
Ree schreef dat wit achteraf misschien beter hier op d7 had kunnen slaan, hoewel zwart sowieso goede compensatie krijgt, bijvoorbeeld: 14.Dxd7 Lf5!? (misschien is 14…Lxb2 15.Lxb2 Dxb2 beter) 15.Dd5 Pb4 16.Dd2 (na 16.Lxb4 pakt zwart één pion terug en is de compensatie nog duidelijker) 16…Tfd8 17.Df4 Pc2 18.c5 Da5 19.Tac1 Pxa3 20.bxa3 en nu wordt de sterke c-pion wel een troef.
14…Lxb2 15.c5 Db7 16.Lxb2 Dxb2

 
17.Dxd7?!
“Hij steekt zijn hoofd in de muil van de leeuw,” schreef Grooten. 17.Dh6 Lxf3 18.exf3 Tfd8 19.Td2 is ongeveer gelijk.
17…Tfd8 18.Dh3?
Een fout – wit hoopt vergeefs op trucs met Pg5. Maar ook na andere damezetten staat zwart al goed.
18…Txd1 19.Txd1 Dxe2!
Grooten: “Dit impliceert een ‘schijndame-offer’.”
20.Te1

 
20…Lxf3! 21.Txe2 Tb1+ 22.Lf1 Lxe2 23.Dc8+ Kg7 24.f4
De clou van het hele concept is dat 24.Dxc6 niet mag wegens 24…Lxf1 met beslissende dreigingen; het leukste einde is dan 25.De4 Ld3+. Een cleane combinatie die zo in de boekjes kan.
24…Lxf1 25.Kf2 Lb5
En even later gaf Ftacnik op.
Een foutloze partij van Sokolov, oordeelde de jury. Komt de vorm terug bij de in recente jaren nogal zwalkende Ivan…?
 
Ivo Maris opende origineel met een ‘jan-boeren-fluitjes-opening’ die Hans Ree wel kon waarderen. We geven het begin zonder commentaar. Uit de wedstrijd SISSA-MuConsult Apeldoorn.
 
Ivo Maris – Armen Hachijan
1.a3 Pf6 2.b4 g6 3.Lb2 Lg7 4.g3 0–0 5.Lg2 c6 6.c4 a5 7.b5 cxb5 8.cxb5 a4 9.Pc3 d5 10.Pxa4 Da5 11.Pc3 d4 12.Pe4 Dxb5 13.Tb1 Lf5 14.Lxd4 Dd7 15.Lxf6 Lxe4 16.Lxe4 Lxf6 17.Txb7 De6 18.Lg2 Pa6 19.Ph3 Pc5 20.Pf4 Dd6 21.Tb1 Txa3 22.0–0 e6 23.Dc2 Lg5 24.Ph3 Lh6 25.Tb5 Pa4 26.Td1 Td8 27.Ta5 Db4 28.Dc7 Txd2

 
29.Ta8+
Niet de nauwkeurigste, maar wel de inleiding tot een fraaie vuurwerkshow. Het ‘normale’ 29.Txd2 Lxd2 30.Ta8+ Kg7 31.Ta7 won ook: 31…Df8 32.De5+ Kg8 33.Ta8 is vrij duidelijk en niet zo moeilijk, maar 31…Db1+ 32.Lf1 Df5 33.Dd8! was veel lastiger uit te rekenen. Na 33…Lc3, of welke andere zet ook die geen stuk weggeeft, wint 34.Ta8.
29…Lf8 30.Pg5!
“Knap gevonden”, meende Grooten. Wit laat zijn toren met schaak slaan (Denis Khismatullin maakt school!) en heeft goed gezien dat zwart f7 niet goed kan dekken.
Ree gaf aan dat 30.Txd2 Ta1+ 31.Lf1 Db1 ook nog wel gewonnen was voor wit, maar dat was “moeilijk te berekenen”. Er volgt 32.Kg2 Dxf1+ 33.Kf3 Dh1+ (een aardige maar nutteloze Röntgen-aanval) 34.Kg4 h5+ (op 34…Dxa8 komt steeds weer 35.Pg5) 35.Kh4 De4+ 36.f4 Df5 37.Pf2 en zwart is klaar.
30…Txd1+ 31.Lf1

 
31…Kg7
Wit moest ook nog even zien dat 31…Txf1+ 32.Kxf1 Db1+ 33.Kg2 Df5 niet helpt vanwege 34.De7.
32.Dxf7+ Kh6 33.Txf8
Dit wint, maar 33.h4 was simpeler: na 33…Lg7 wint 35.Dg8 of, nog sneller, 34.Th8!.
33…Kxg5 34.Dxh7 Txf1+
De enige kans, om de dame bij de verdediging te kunnen betrekken.
35.Kxf1 Db1+ 36.Kg2 De4+

 
37.Tf3!
Petje af als Maris van tevoren al gezien had dat wit na torenruil nog steeds een winnende aanval heeft!
37…Txf3 38.exf3 Db4
Logischer lijkt 38…Dd4 maar ook dat gaat mis na 39.h4+ Kf5 40.h5! Df6 41.h6 en deze pion loopt gewoon door. Het is wonderlijk hoe hulpeloos het paard op a4 is.
39.Dg7 Dc5 40.h4+ Kf5 41.Df7+
Wint nu geforceerd het paard, maar 41.g4+ was mat in vier. De eerste zet na de tijdcontrole…
41…Ke5 42.Df4+ Kd5 43.Dxa4 Kd6 44.Dg4
En de Apeldoorner geloofde het verder wel. Niet feilloos, wel mooi, vond de jury.
 
De eerste ingezonden partij van deze ronde komt uit de wedstrijd LSG 2-Philidor Leiden in de tweede klasse B. Grooten noemde het witte paardoffer op zet 10 ‘Velimiroviciaans’. Wat is er mooier in het schaken dan vereenzelvigd te worden met wilde, moedige offers, zoals we dat met de befaamde Joegoslavische grootmeester doen?
De witspeler toont hard aan waarom het offer niet aangenomen mag worden. Een aardig potje, oordeelde de jury, maar niet al te moeilijk voor wit. In die zin was het wel duidelijker dan de meeste ‘Velimirovics’.
De aantekening hieronder zijn van Michiel van Wissen zelf.
 
Michiel van Wissen – Guido Bakker
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.Pc3 Pc6 4.Lb5 Pge7 5.0–0 a6 6.Lxc6 Pxc6 7.d4 cxd4 8.Pxd4 Dc7 9.Te1 Le7
Na 9…Ld6 was ik 10.Pxc6 bxc6 11.f4 Lxf4 12.Lxf4 Dxf4 13.e5 0–0 14.Dd6 van plan. Ik had dit in een grijs verleden een keer bekeken en het leek me prima voor wit. Zwart heeft veel moeite om de damevleugel te ontwikkelen.

 
10.Pf5 exf5
10…0–0 is vier keer eerder gespeeld volgens de database. Niemand durfde het offer aan te nemen…
11.Pd5 Dd8 12.Le3
Dit is het probleem! 13.Lb6 dreigt en 12…0–0 13.Lb6 De8 14.Pc7 Dd8 15.Pxa8 helpt niet. Wat zwart speelt is nog het beste.
12…Ld6 13.Lb6
Grooten: “13.exf5!? komt ook in aanmerking.”
13…Dh4
Hier was 13…Lxh2+ 14.Kxh2 Dh4+ 15.Kg1 0–0 16.exf5 d6 17.f6 gxf6 18.Te4 nog relatief het beste. Ook dan staat wit erg goed.
14.g3 Dh3 15.exf5+ Kf8 16.Pc7

 
16…Le5
Ik dacht dat 16..Lxc7 17.Lc5+ d6 18.Lxd6+ Pe7 19.Txe7 Lxf5 nog het beste was. Ook dan wint wit met 20.Dd5 Le6 21.Txe6+ Lxd6 22.Txd6 en b7 valt.
17.Txe5 Pxe5 18.Dd6+ Kg8 19.Dxe5
Dreigt mat en 20.Pxa8. Zwart vond het mooi geweest. Zo wil ik ze wel vaker winnen!
1–0
 
De volgende partij werd ook ingezonden. Hij kwam uit de beladen Friese derby Sneek-Emanuel Lasker, tussen de twee kopploegen in 3B, die in 4-4 eindigde.
Ook deze pot konden de juryleden wel waarderen. Grooten schreef: “Het Budapester Gambiet wordt door de witspeler hard aangepakt. Zwart wordt op de damevleugel gekielhaald met 17.c5 en later 20.La6!. Wit slaat zich door de stelling heen, maar het werd hem ook niet moeilijk gemaakt.”
De concurrentie was helaas te groot voor Hibma, de voorzitter van Emanuel Lasker, die overigens onlangs met een stel maten een leuk nieuw schaakblad heeft uitgebracht. Het is niet helemaal in het Fries, maar het heet wel Skaakstikken.
 
Jan Hibma – Christian Kuitert
1.d4 Pf6 2.c4 e5 3.dxe5 Pg4
Hoera! Het echte, fabuleuze Budapestgambiet.
4.Pf3 Pc6 5.e3 Lb4+ 6.Ld2 Lxd2+ 7.Dxd2 Pgxe5

 
8.Pc3!?
Slechts één keer eerder gespeeld, in een obscuur Duits potje. Het idee lijkt niet slecht: wit verleidt zwart om zijn pionnenstructuur te mollen maar krijgt daar een mooie halfopen g-lijn voor.
8…Pxf3+!?
En Kuitert gaat erop in. Jeroen Bosch vond dat hij het wit hier wel makkelijk mee maakte, maar de computer bromt instemmend.
9.gxf3 d6 10.0–0–0 Le6 11.Tg1 Pe5 12.Dd4
Nog wat sterker leek 12.Txg7 met als pointe 12…Pxf3 13.Dc2 met aanval op h7.
12…Df6 13.Pe4!?
Liever aanvallen dan een gunstig eindspel ingaan met 13.f4 Pf3 14.Dxf6 gxf6 15.Tg3 Ph4 16.Pd5.
13…Dxf3 14.Tg3 Dh5 15.Txg7 Dh6 16.Tg3 Tf8 17.c5!
Zwart heeft wel vaker last van deze opstoot in het FBG.
17…0–0–0 18.cxd6 Pc6 19.Dc3 f5

 
20.La6!
Grooten met een understatement: “Aardig zetje.”
20…Ld7?
Kuitert geeft zijn tegenstander de kans het leuk uit te maken. Prozaïscher gaat het na 20…Kb8 21.dxc7+ Kxc7 22.Tg7+ Tf7 23.Txf7+ Lxf7 24.Txd8 Kxd8 25.Lxb7.
21.Lxb7+
De computer vindt 21.Pc5! nog sterker.
21…Kxb7 22.Pc5+ Kc8

 
23.Tg7!
Dreigt 24.Pxd7 Txd7 25.Dxc6! Txg7 26.d7+! met mat op a8 of via b3.
23…Tg8 24.Txg8
24.Dc4! was mat in 6 zeggen we dan tegenwoordig.
24…Txg8 25.Db3 Tg7 26.Db7+ Kd8 27.dxc7+ 1–0
 
Iozefina Paulet onderscheidde zich in de volgende partij, uit de wedstrijd HMC Calder-Groningen Combinatie, met voortvarend aanvalsspel in een Catalaan die uitgroeide tot een soort Sveshnikov-Siciliaan. Dat had haar op zet 15 al een snellere winst kunnen opleveren, maar een nog mooiere verbetering kwam op zet 25:
 
Van der Stricht – Paulet

 
25…Lxf4
Grooten trok hier het geniale 25…Txc4!! uit zijn computer, wat een mataanval inluidt:
A) 26.Lxc4 Dc6+ 27.Kg1 Th8 28.Dg2 Db6+ 29.Kf1 Th1+ 30.Ke2 Lg4+ 31.Kd2 Dxb2+ 32.Kd3 Dc3+ 33.Ke4 Dd4#;
B) 26.Pxc4 Lxd5+ 27.Kh3 (27.Dxd5 Df2+ 28.Kh3 Dh2#) 27…Le6+ 28.Kg2 Dc6+ 29.Kg1 Th8.
De menselijke tekstzet won ook na
26.Dxf4 Dxb2+ 27.Kf1 g2+ 28.Kg1 Th8 29.Lxg2 Dxa3

 
En met twee extra pionnen maakte Paulet het af. Verder toch een goede partij, vond de jury.