Door Peter Boel
Het spel van de eeuwig groene meester Manuel Bosboom blijft ons vermaken. In de zesde KNSB-ronde speelde hij een partij zoals hij er velen speelt. Vaak al genoeg om mee te dingen naar de schoonheidsprijs, ditmaal was het ook goed genoeg om die te winnen. Mede doordat er verder wel vele vermakelijke partijen waren, maar geen andere echt opvallende prestaties. Dus de New In Chess prijs, het boek Improve Your Chess Pattern Recognition van Arthur van de Oudeweetering, gaat naar Bosboom.
Grooten vatte het plan van Bosboom als volgt samen: “Een omsingeling van het zwarte centrum, zoals Michael Basman tot in het absurde wist toe te passen (en dan via de flank naar voren).” “Interessante strategie van wit”, vond Hans Ree, en een “goede, leerzame partij”. En die wordt beëindigd met een harde klap.
Bosboom – Quist
1.c4 c5 2.g3 g6 3.Lg2 Lg7 4.Pc3 Pc6 5.b3 e5 6.Lxc6!?
Vanaf b5 is deze ruil heel normaal, schreef Richard Vedder op Schaaksite. Nu blijft er echter wel een gaatje op g2 over.
6…dxc6 7.Lb2 Pe7 8.Dc2
De ‘pointe’ van het slaan op c6, zo u wilt. Wit wil lang rokeren en niet lastig gevallen worden door een paard op d4 of b4. En zo doet dat gaatje op g2 er natuurlijk nauwelijks nog toe.
8…Le6 9.0-0-0 0-0 10.h4 h6 11.e3 Dd7 12.f4 Lg4 13.Tf1

Dit ziet er niet zo handig uit. “Zwart heeft het loperpaar, had moeten proberen daar iets van te maken, maar met 12…Lg4 en 13…f5 laat hij zien dat hij zijn loper alleen maar wil ruilen voor Pg1”, schrijft Ree. Flexibeler was 13…f6.
14.Pa4 exf4 15.gxf4
Zo, die g-lijn is alvast weer open. Nu wordt de loper op g4 ‘geëlimineerd’ omdat die het witte koningspaard niet mag laten losbreken.
15…Dd6 16.Pf3 Lxf3 17.Txf3 Lxb2+ 18.Pxb2

18…Kh7?!
Lichtelijk passief. Zwart had de volgende zet kunnen verhinderen met 18…Tad8.
19.Pd3 Pg8
En nu wordt g6 zwak. De zwarte stelling is echter al onaangenaam en wit versterkt de druk nu razendsnel.
20.Tg1 Tae8 21.Tfg3 Tf6 22.h5! Pe7 23.Pe5 g5
Of 23…Tg8 24.hxg6+ Pxg6 25.Dd1 en als de dame erbij komt is zwart zo’n beetje in zetdwang. Dat had echter nog wel wat geduld van Manuel gevergd.
24.fxg5 hxg5 25.Pf3 Kh8 26.Txg5 Tg8 27.Dc3 Kh7 28.Txg8 Pxg8 29.Pg5+ Kh6

30.Pf7+!
Bosboom zou niet Bosboom heten als hij de partij niet afsloot met een elegante petite combinaison.
30…Txf7 31.Dh8+ Th7 32.Dxg8 1-0
 
Van de ‘usual suspects’ was Lars Ootes, de winnaar van de vorige ronde, ook weer van de partij. Het commentaar van Ree op deze zege luidde: “Ik houd van die lange Koningsindische partijen waar de spelers niet weten wie er gewonnen staat en de computers na afloop er ook maar een heel gebrekkig idee over hebben. Jammer dat het opeens uit was met mat in 1.”
Van der Stricht – Lars Ootes
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pf3 0-0 6.Le2 e5 7.0-0 Pc6 8.d5 Pe7 9.b4 Pe8
Geen 9…a5 tegen de Bajonet-aanval; wit mag ongehinderd zijn gang gaan op de damevleugel, zwart op de koningsvleugel.
10.a4 f5 11.c5 Pf6 12.Pd2 Lh6 13.a5

13…Lxd2
Een opmerkelijke transactie, maar spelers als Mark Hebden en Vladimir Akopian gingen Ootes al voor hiermee. En tenslotte is in deze ketenstrijd de g7-loper de slechte.
14.Lxd2 f4 15.f3 g5 16.g4 h5 17.h3 Tf7 18.Le1 Pg6 19.Kg2 Df8 20.Tc1 Th7 21.Th1 Ld7 22.Lf2 Te8 23.Db3 Df7 24.c6? bxc6 25.Lc4 c5! 26.bxc5 hxg4 27.hxg4

Nu moet er natuurlijk iets op g4 worden geofferd.
27…Lxg4!?
Beter was 27…Pxg4! volgens Grooten. Er kan volgen: 28.Txh7 Dxh7 29.Th1 (29.fxg4 f3+ 30.Kxf3 Tf8+ 31.Ke2 Lxg4+ 32.Ke1 Dh1+ 33.Kd2 Dh2! 34.Tf1 Lh3 en zwart wint) 29…Pe3+ 30.Lxe3 Ph4+ (of andersom!) 31.Kf1 fxe3 32.Pd1 Tf8 met winnende aanval.
28.Txh7 Dxh7 29.fxg4 f3+ 30.Kxf3
Het verschil met 27…Pxg4+ is duidelijk: de f-lijn is nog niet open en nemen op g4 gebeurt niet met schaak. Toch is ook hier de zwarte aanval zeer gevaarlijk.
30…Tf8 31.Ke2 Dh2 32.Tf1 Pxg4 33.Pd1

33…Pf4+?!
Grooten geeft de volgende alternatieven als beter:
A) 33…Dg2 34.Ke1 Ph2 35.Pe3 Dxe4 36.cxd6 cxd6 37.Dd3 Dxd3 38.Lxd3 Pf4 39.Le4 Pxf1=;
B) 33…Pxf2 34.Txf2 Txf2+ 35.Pxf2 Pf4+ 36.Ke1 Dg1+ 37.Lf1 Pg2+ 38.Ke2 Pf4+ 39.Ke1=, beide met remise als logisch resultaat.
34.Ke1 Dg2?!
Troebel was nog 34…Pg2+ 35.Kd2 P2e3 36.Pxe3 Pxf2 37.Kc1 Df4 38.Le2 Dxe4 39.Dc3 en dit is nou zo’n stelling die Kortchnoi graag met wit gehad zou hebben.

35.Tg1?
Na het paradoxaal ogende 35.Lg1 (Grooten) blijkt zwart geen goede aanvalsvoortzetting te hebben, bijvoorbeeld: 35…Dxe4+ 36.Kd2 en wit loopt weg; of 35…Ph3 36.Txf8+ (de computer geeft 36.cxd6 Pxg1 37.Txf8+ Kxf8 38.dxc7 Pf3+ 39.Dxf3+ en zwart heeft geen aanval) 36…Kxf8 37.Le3 (37.cxd6!?) en wit kan consolideren met Dd3 enz.
35…Dxe4+ 36.Kf1??
De beste verdediging was nog 36.Le3 Pg2+ 37.Txg2 Dxg2 gevolgd door 37…Ph2! en de aanval gaat wit nog materiaal kosten.
36.Kd2 ging nu niet goed wegens 36…Pxf2 37.Pxf2 Dd4+ 38.Ke1 Pd3+!! maar dat moet je maar even zien in zo’n tijdnoodfase!
Nu is het echter pardoes mat:
36…Ph2#
En dat was een nogal onbevredigend einde – te onbevredigend voor de schoonheidsprijs, vond Ree.
 
Roeland Pruijssers liet ook vuurwerk zien, maar dat werd toch vooral mogelijk gemaakt door onzorgvuldig spel van Michiel Besseling.
Besseling – Pruijssers
“Wit vergaloppeert zich in de opening”, schrijft Grooten, “en zwart profiteert handig.”
1.d4 f5 2.c4 Pf6 3.g3 d6 4.Lg2 g6 5.Pc3 Lg7 6.Lg5 Pbd7 7.e4
Dit wil je altijd met wit in het Hollands, maar hier blijkt het te vroeg. Hij had eerst moeten ontwikkelen met 7.Pf3.
7…fxe4 8.Pxe4 Pxe4 9.Lxe4 c5!
Alles met tempo.
10.Pe2 cxd4

11.Pxd4?
Dit blijkt niet te gaan. Eerst rokeren was geboden. Natuurlijk was er wel een scherp grootmeestersoog nodig voor de weerlegging, want wit heeft zeker een pointe.
11…Da5+ 12.Ld2 De5 13.De2

13…Pc5!?
Pruijssers kiest voor de meest praktische oplossing. Wits pointe was 13…Dxd4 14.Lc3. Dan heeft zwart 14…Dxc3+! 15.bxc3 Lxc3+ 16.Kf1 Lxa1 en dat moet gewonnen zijn, maar het kost zwart nog even tijd om zijn stelling te organiseren.
Ree noemde nog 13…Pf6, met directe stukwinst.
14.Ld5
Iets taaier was 14.f3 (Bosch) – dan doet zwart 14…Pxe4 15.fxe4 0-0 16.Lc3 Dg5 en de witte koning is gevangen in het centrum en gaat, zoals dat dan heet, ten onder aan het spervuur van de zwarte stukken.
14…Pd3+ 15.Kf1 Lh3+ 16.Kg1 Dxd4! 17.Lc3

17…Tf8!
“Min of meer gedwongen, maar wel elegant”, aldus Grooten. En natuurlijk vooraf berekend. Het is niet moeilijk te zien dat wit de bestorming van f2 nooit kan overleven.
18.Lxd4 Lxd4 19.Tf1 Lxf1 20.Dxf1 Txf2! 21.Dxd3 Td2+
Alles klopt als een Bus.
22.Dxd4 Txd4 23.Lxb7 Tb8 24.Lc6+ Kd8 25.Lb5 a6 26.Lxa6 Td1+ 0-1
 
Er waren nog attractieve overwinningen van Robert Ris op Jeroen Bosch, en van Loek van Wely op Adrian Roos. Maar Van Wely stond op een gegeven moment nogal bedenkelijk, waarna hij zich er handig uit redde. En Ris bracht weliswaar een joyeus torenoffer op h7, maar dat was in een partij met vele fouten. Of, zoals Ree het formuleerde: “De mooie zetten waren niet goed en de goede zetten waren niet mooi.” Te veel wisselvalligheid dus.
 
Een door clubgenoot Dolf Wissmann ingezonden partij van Jan Hibma uit de wedstrijd Emanuel Lasker-Zukertort Amstelveen 3 haalde helaas de shortlist niet. Dat gold ook voor de volgende partij, uit de wedstrijd Fischer Z-Utrecht 2 in 3D, bord 1. Wat doe je als onervaren jeugdspeler als je in de KNSB uitkomt tegen een sterke ervaren rot? Aanvallen!
Grooten vond het te licht voor een schoonheidsprijs, maar prees de witspeler wel voor het aardige slot. Ree vond beide stukoffers te dubieus. Wij tonen u deze partij dus vanwege de curiositeitswaarde:
Sjoerd van Roon – Casper Blaauw
1.e4 e6 2.d4 d5 3.e5 c5 4.c3 Pd7 5.Pf3 Pe7 6.Lg5 Db6 7.Pa3!?

Een nieuwtje. Waar gaat dat paard heen?
7…Pc6 8.Db3 Da5 9.Ld2 c4

10.Pxc4!?
Aha! Tony Werten, de vader van de witspeler, die de partij inzond, merkte op dat dit offer ‘verrassend speelbaar’ blijkt. Maar daar dachten de juryleden dus anders over.
10…dxc4 11.Lxc4 Db6 12.Lxe6?!?
Na iets als 12.Dc2 gevolg door 13.Ld3 blijft het moeilijk voor zwart om los te komen.
12…fxe6 13.Dxe6+

13…Pe7?!
Winnend was 13…Le7 met de dreiging 14…Pdxe5!. Nu wordt het met twee stukken tegen vier pionnen toch problematisch voor zwart.
14.Pg5 Pb8
Consequent en nog steeds goed voor zwart was 14…Dxe6 15.Pxe6 Pxe5! (15…Tb8 16.Pc7+ Kf7 17.e6+ is minder duidelijk) 16.Pc7+ Kd7 17.Pxa8 Pc4 en zwart kan de touwtjes in handen nemen.
15.Df7+ Kd8 16.Dc4 Ke8 17.Df7+ Kd7?
Zwart waagt een winstpoging. Na 17…Kd8 had wit ook nog 18.d5 gevolgd door 0-0-0 kunnen proberen, wat er toch op zijn minst onaangenaam uitziet voor zwart.
18.d5!
Ook sterk was 18.e6+ Kd8 (18…Kd6 19.Df4+ Kc6 20.c4) 19.d5.
18…Dg6 19.e6+ Kc7
Niet goed is 19…Kd8 20.d6 Dxf7 21.Pxf7+ Ke8 22.dxe7 Lxe7 23.Pxh8 Lxe6, maar wat in de partij volgt is erger.
20.Df4+ Kd8 21.Pf7+ Ke8 22.Dc7!

Nu gaat de dubbele matdreiging zwart groot materiaal kosten.
22…De4+ 23.Le3 Dxd5 24.Pd6+ Dxd6 25.Dxd6
Drie stukken voor de dame is op zich niet slecht, maar wit heeft ook nog steeds drie extra pionnen, waarvan er eentje de zwarte stelling nog steeds in een ijzeren greep houdt.
25…Pbc6 26.0-0-0 Pf5 27.Dd5 Pxe3 28.fxe3 Le7 29.Thf1 g6 30.Tf7 Pd8 31.Txe7+ Kxe7 32.Dd6+ Kf6 33.Dd4+ 1-0