door Peter Boel
 
De strijd om de New In Chess Schoonheidsprijs van de vijfde KNSB-ronde werd volledig beheerst door inzenders. Uit de Meesterklasse peurden wij slechts twee korte partijtjes met een paar aardige wendingen. Dinard van der Laan en Amir Nicolai moesten er in de derde klasse harder voor werken! Van der Laan kreeg van juryleden Herman Grooten en Hans Ree de prijs, het New In Chess-boek The Longest Game van Jan Timman. Na een moeizame opening greep de eerstebordspeler van ASC direct de eerste kans die hij kreeg met een klassiek paardoffer op f7.
 
De winnaar kwam uit de wedstrijd Caïssa 4-ASC in de derde klasse D. ,,Wits 16.Pxf7! kwam deze keer het dichtst in de buurt van wat wij onder schoonheid verstaan”, schreef Grooten. Een vlekje was dat wits volgende zet, 17.Df3+, niet de sterkste mogelijkheid was. Maar daarna maakt hij het met enkele ,,mooie en sterke tussenzetten vakkundig af” (Grooten). De commentaren komen van de witspeler zelf, met een paar toevoegingen van de juryleden.
 
Dinard van der Laan – Aad Roemersma
[commentaar Dinard van der Laan]
1.e4 c5 2.Pf3 Pf6 3.e5 Pd5 4.Pc3 e6 5.Pxd5 exd5 6.d4 Pc6 7.c3
Ik ging niet in op de hoofdvariant 7.dxc5 Lxc5 8.Dxd5 omdat het lang geleden was dat ik dat had bekeken en mijn tegenstander goed voorbereid leek te zijn. Met 7.c3 verwachtte ik mijn tegenstander eerder uit de theorie te krijgen.
7…d6 8.exd6
Het is niet goed mogelijk voor wit om e5 te handhaven. Na bijvoorbeeld 8.Lf4 dxe5 9.Pxe5 Df6! 10.Lg3 cxd4 staat zwart comfortabel. Verder lijkt 8.Lb5 Le7 9.exd6 Lxd6 een tempo te winnen. Het is echter de vraag of dat tempo iets waard is omdat de loper van b5 later waarschijnlijk toch terug naar d3 gespeeld zal worden.
8…Lxd6 9.Le3
Ik was oorspronkelijk 9.dxc5 Lxc5 10.Ld3 van plan maar na 10…De7+ of 10…0–0 11.0–0 Lg4 leek me dat niet veel spel te geven. Na de tekstzet moet zwart meteen een bepalende keuze in het centrum maken en daarom leek dit me interessanter.
9…c4!

 
In combinatie met zwarts 11e zet is dit de goede reactie.
10.b3
Dit directe aantasten van de zwarte structuur gaat niet zoals gepland. Daarom was iets als 10.g3 gevolgd door Lg2 met ongeveer gelijke kansen beter.
10…b5 11.a4?
De consequentie van het vorige, maar niet goed wegens zwarts volgende zet. Na 11.Le2 zijn de kansen nog steeds ongeveer gelijk als wit later het paard van f3 gaat omspelen naar het betere veld g2 om ook meer druk op d5 te kunnen geven.
11…Pa5!
Deze zet had ik gemist toen ik 9.Le3 speelde. Ik had vooral gekeken naar 11…b4 12.bxc4 bxc3 13.c5 Lc7 14.Lb5 Ld7 15.0–0 en dat als beter voor wit beoordeeld.
12.b4
Gespeeld na lang nadenken. Ik wist dat dit risicovol zou zijn, maar ik vond na andere zetten de stelling te makkelijk te spelen voor zwart.
12…Pb3 13.Ta2

 
13…a5!
Zwart blijft actieve sterke zetten doen met dit tijdelijke pionoffer.
14.axb5 Ld7
Nog beter is wellicht 14…Lf5 maar de tekstzet is goed genoeg.
15.Pe5!?
De enige kans op tegenspel tegen het zwarte initiatief op de damevleugel. Iets als 15.bxa5 Txa5 16.Dc2 vond ik te passief. Zwart heeft nu tenminste een lastige keuze waarvan ik zag dat tenminste een van de voor de hand liggende zetten voor zwart mij een goede kans gaf.
15…Lxb5?
Zwart trapt erin. Ik hoopte al dat hij de sterke loper op d6 niet tegen het witte paard zou willen ruilen. De alternatieven 15…Lxe5 en 15…axb4 leiden tot scherpe stellingen die wel in het voordeel van zwart zijn. Bijvoorbeeld 15…axb4 16.Txa8 Dxa8 17.Pxd7 Kxd7 18.Dg4+? (18.g3 is beter, maar ook dan is zwart in het voordeel. De zwarte koning staat voorlopig redelijk veilig in het centrum en de zwarte c-pion is lastig voor wit) 18…Kc7 19.Dxg7 Tf8 en het zwarte initiatief op de damevleugel is veel gevaarlijker dan het witte op de koningsvleugel.
Grooten voegt hieraan toe dat na 15…Lxe5 16.dxe5 de witte structuur op de damevleugel wordt gesloopt, en zwart op winst staat.
 

 
16.Pxf7!
Dit stukoffer verandert alles. Na alle andere zetten staat zwart erg goed.
16…Kxf7 17.Df3+
Grooten vond 17.Dh5+ meer voor de hand liggend: ,,Zwart heeft minder mogelijkheden en wit gaat meteen op zijn doel (pion d5!) af: 17…Kf8 18.Dxd5 Tb8 (ook 18…Lxb4 faalt voor zwart: 19.Df3+ Kg8 20.cxb5 a4 21.Le2 en wit staat op winst) 19.Lxc4 (hetzelfde idee als in de partij) 19…Lxc4 20.Dxc4 met winnend voordeel voor wit.”
17…Ke8
Zwart heeft geen goede koningszet. De zwarte stukken staan mooi op de damevleugel, maar ver van de eigen koning vandaan. De zetten 17…Ke6 en 17…Kg6 leiden met zetverwisseling tot de partij, bijvoorbeeld via 17…Ke6 18. Dg4+! Kf7 19. Df5+ Ke8 20. Dxd5. Verder geven 17…Df6 en 17…Kg8 meteen de zwarte loper op b5 weg omdat 18. Dxd5 dan met schaak is.
De beste verdediging voor zwart was de andere loper terugofferen met 17…Lf4! omdat dan na 18.Dxf4+ de zwarte centrumpionnen d5 en c4 gespaard blijven. Het leidt na 18…Df6 19.Dc7+ De7 20.Dxe7+ Kxe7 21.bxa5 Pxa5 22.Le2 tot een eindspel waarin wit wel een gezonde pion voor staat.
18.Dxd5 Tb8
Een alternatief was 18…Db8 19.Lxc4 Lxc4 20.Lxc4 Db7 21.Dxb3 Dxg2 22.De6+ Le7 23.Tf1, maar ook deze stelling is gewonnen voor wit.
19.Lxc4
Nu wordt de witte koningsloper – al is het laat in de partij – toch nog harmonieus ontwikkeld.
19…Lxc4 20.Dxc4 axb4

 
21.Ta7!
Veel beter dan meteen het stuk terugwinnen met 21.Dxb3 omdat wit dan na 21…bxc3 niet op c3 kan slaan en iets als 22.Dc2 moet spelen. Zwart kan dan nog hopen.
21…Le7
Na 21…Df6 wint wit geforceerd met 22.Lg5! Dg6 23.Dc6+ Kf8 24.Df3+ Kg8 (na 24…Ke8 betrekt wit met 25.0–0 nog een toren in de aanval en wint snel) 25.Dd5+ Kf8 26.Tf7+! Dxf7 27.Dxd6+ Kg8 29.Dxb8+. Zo mogelijk nog leuker na 21…Df6 is eerst rustig rokeren met 22.0–0. Het paard op b3 loopt niet weg en als zwart dan het voor de hand liggende 22…bxc3 speelt dan kan wit met 23.Lg5! dezelfde geforceerde variant als hierboven ingaan met als bonus dat dan aan het eind na 30.Dxb8+ Df8 ook het paard op b3 nog met schaak wordt geslagen.
22.Dxb3 bxc3

 
23.Txe7+!
Uiteraard staat wit na 23.Da4+ ook gewonnen, maar dit gaat veel sneller.
23…Kxe7 24.Lg5+
De zwarte koning heeft wederom geen goed veld, omdat de witte dame altijd met schaak de b-lijn kan verlaten waarna de zwarte dame verloren gaat.
24…Kf8
Een andere variant is 24…Kd6 25.Da3+ Kd7 26.Lxd8 Te8+ 27.Kd1 Tb1+ 28.Kc2 Txh1 29.Lg5 en ook nu kan zwart opgeven.
25.Da3+ Kf7 26.Da2+ 1–0
 
De volgende partij, uit de wedstrijd Philidor 1847 2-Hoogeveen in de derde klasse A, noemde Ree de meest inhoudsrijke, ,,hoewel ik niet per se groot spektakel zie.” Wit wint voor de verandering eens op de damevleugel, maar had het op zet 27 zwaar kunnen krijgen. Commentaren, tenzij anders aangegeven, zijn van de witspeler die de partij inzond.
 
Amir Nicolai – Christiaan Mol
[commentaar Amir Nicolai]
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 e6 5.Pc3 Pf6 6.Pdb5 d6 7.Lf4 e5 8.Lg5 a6 9.Pa3 b5 10.Lxf6 gxf6 11.Pd5 Lg7 12.c3 f5 13.Ld3
Jaren geleden op een jeugd NK was het Lars Ootes die mij verraste met dit idee. Ik besloot het eens te bekijken en zag dat wit erg goede resultaten heeft geboekt in deze lijn. Genoeg reden om het van de andere kant van het bord te bezoeken.
13…Le6

 
14.Pxb5
Het punt van de zet 13.Ld3. De zwarte loper is naar e6 gelokt zodat hij niet meer naar b7 kan in deze offervariant.
14…Lxd5
Het offer wordt niet aangenomen. Ik dacht dat wit nu een gezonde pion voor zou staan, maar de zwartspeler weet nog een actief plan te vinden.
14…axb5 15.Lxb5 Ld7 16.exf5 0–0 17.0–0 e4= is een manier waarop zwart zich heeft geprobeerd op te stellen. Het is belangrijk dat zwart …e5–e4 speelt voordat de witte dame zich daar nestelt. Maar vooralsnog lijkt het wit te zijn die praktische kansen heeft met drie pionnen voor het stuk. Zoals Grooten toevoegde staan er 173 partijen in de databases met 18.a4 in deze variant.
15.exd5 Pe7 16.Pa3 0–0 17.0–0 e4 18.Le2
Grooten: ,,Hier wordt 18.Lc2 meer gespeeld, vooral door hogere ratinghouders. Het lijkt logisch om de pion op e4 onder schot te houden.”
18…Pg6 19.Pc4 f4 20.f3
Pas deze zet is nieuw, aldus Grooten.
20…f5 21.Dc2 e3

 
De witte koning staat nu toch wel wat in een kooi, dus zwart zal zich op hem richten en wit zal voortdurend rekening moeten houden met offers.
22.Kh1 Tf6
,,Ook 22…Pe5 23.Pxe5 Lxe5 is duidelijk beter voor wit” – Grooten.
23.b4 Pe7 24.Pa5 De8 25.a4 Th6 26.h3
Een zet die toch eens zal moeten, en ik had geen behoefte om ook de zet …Txh2 steeds in het achterhoofd te moeten houden met de tijdcontrole nog een eind weg. Al zou het niet de eerste keer in de Sveshnikov zijn dat h2-h3 niet de zet is…
26…Kh8 27.Tad1
Dit is waarschijnlijk de foute toren. De torens staan sterker op a1 en d1, maar ik vond het idee om ooit c3-c4 te spelen op dit moment nog prettig en dat is lastiger met de toren op a1. Ook vond ik het prettig dat de toren op f1 extra dekking geeft aan f3. Wit moet nu echter oppassen voor eventuele …e3-e2 vorkjes in latere varianten.
27…Lf6
Ree gaf aan dat zwart hier een winnende aanval had kunnen lanceren met 27…Dh5! 28.Ld3 Pg6 en …Ph4. 29.Lxf5 mag hier niet wegens 29…e2.
28.Pc6
De zwarte aanval komt toch wel snel met …Dg6 en …Tg8, dus ik voelde me genoodzaakt de pion terug te offeren in ruil voor wat tijdwinst.
28…Th5?!
Wederom wordt het niet aangenomen. Na 28…Pxc6 29.dxc6 Dxc6 30.c4 kan de partij alle kanten op gaan, maar ik had wel het idee dat de witte pionnenmeerderheid op de damevleugel goede kansen bood.
29.b5 Dg6 30.Pxe7 Lxe7 31.b6
Dichter bij promotie, maar maakt ook een extra veld vrij voor de loper.
31…Dg3

 
32.Lxa6!
Wederom een stukoffer, maar deze keer leek het mij dat het zeker niet aangenomen mocht worden.
32…Txa6
Maar dat gebeurt wel. Na 32…Tg8 33.b7 slaat de zwarte aanval niet door en zwart zal spoedig gedwongen worden om de promotie te voorkomen en zijn eigen aanval en de partij verliezen.
33.b7!
Ook de tweede zwarte toren staat nu gestrand aan de rand.
33…Dg8
33…Tb6 34.Tb1.
34.Dd3!

 
De dame beheerst nu het hele bord. Wit dreigt zowel de toren te slaan als 35.Dd4+ te spelen, waarna de zwarte dame de controle over b8 verliest.
34…Tb6
34…Txa4 35.Ta1 en wit dringt binnen over de a-lijn.
35.Dd4+ Dg7 36.Dxb6 Txh3+
Zwart ziet dat het mis is en probeert nog wat bij elkaar te goochelen.
37.gxh3 e2 38.b8D+ Lf8 39.D6xd6 1–0
 
In de wedstrijd Zuid Limburg-En Passant in de Meesterklasse werd topverslaggever Richard Vedder snel ingeblikt. Toen hij op zet 10 een aangeboden pion pakte (een offer dat tweemaal eerder was gespeeld) stond hij al verloren. IM Ilja Zaragatski maakte het elegant af, maar de partij was iets te licht naar de smaak van de juryleden.
 
Zaragatski – Richard Vedder
1.Pf3 g6 2.e4 Lg7 3.d4 c6 4.Pc3 d5 5.h3
Een slimme wachtzet. Na 5.e5 komt zwart tot een soort Gurgenidze-opstelling met 5…Ph6 maar hij kan ook 5…f6!? proberen.
5…Pf6 6.e5 Pe4 7.Ld3 Pxc3 8.bxc3 0–0

 
Het zwarte koningspaard is uit de weg geruimd, en Zaragatski laat er geen gras over groeien:
9.h4! Lg4 10.h5

 
10…Lxh5?
Dit kan de zwarte stelling al niet meer verdragen. Hij moest onmiddellijk tegenspel in het centrum zoeken met 10…c5 11.hxg6 fxg6 en …Pc6. Het lijkt of er ook hier al offers in zitten voor wit, maar 12.Txh7?? is niets wegens 12…Lxf3 13.Txg7+ Kxg7 14.gxf3 Th8.
11.Txh5!
Logisch, maar geen hogere wiskunde.
11…gxh5 12.Pg5 h6 13.Dxh5 De8 14.Dh3!
Dreigt 15.Df5, en op 14…e6 is 15.Ph7! vernietigend.
14…Dd7
Of 14…f5 15.Pe6 Df7 16.Pxf8 Kxf8 17.Lxf5 (Grooten) en wit wint.
15.Lf5 De8
Niet 15…e6 16.Pxe6.
16.e6
Of ook weer 16.Ph7. Dat h6 hangt is erger dan dat Tf8 hangt.
16…fxe6 17.Lxe6+ Kh8

 
18.Dd3!
Een elegante switch tot besluit. Zwart moet grof materiaal geven om mat op h7 of h3 te voorkomen.
1–0
 
Uit de wedstrijd Stukkenjagers-BSG in de Meesterklasse kwam de volgende Kurzpartie. De Belgische IM Stefan Beukema vond dat hij makkelijk had gewonnen, maar was dat wel zo ‘with the benefit of engine sight’? In ieder geval, zoals Grooten schreef: ,,Aan deze partij kleven teveel dingen.” Ris had zich op zetten 16, 18 en 19 beter kunnen verdedigen, en een zet later was het uit.
 
Stefan Beukema – Ris
1.f4 Pf6 2.Pf3 b6 3.g3 Lb7 4.Lg2 g6 5.0–0 Lg7 6.d3 d5 7.De1
Geen verloren zet, want in deze opzet van het Koningsindisch in de voorhand gaat wit h2–h3 en g3-g4 spelen.
7…0–0 8.h3 c5 9.g4 Pc6

 
10.f5
De directe aanpak. Wit heeft geen tijd ‘verloren’ met een zet als Pc3. Het is best lastig om hierop iets goeds te verzinnen met zwart, al vindt de computer het natuurlijk niks.
10…Pe8
Bij de post-mortem werd geconcludeerd dat het paard hier niet gelukkig staat. Wellicht was 10…Pd7 beter, zodat het paard naar e5 kan.
11.Pa3 e6
11…Pd6 12.e4 dxe4 13.dxe4 Pe5 14.Lf4 (Grooten) en nu ziet 14…Pxf3+ 15.Lxf3 e5! er prima uit voor zwart.
12.e4 dxe4 13.dxe4 Pd4
Eerst nog eens ruilen op f5 lijkt in aanmerking te komen, om ook de witveldige lopers te ruilen en de witte koning op de tocht te zetten.
14.c3 Pxf3+ 15.Txf3 exf5 16.gxf5

 
16…Pd6?!
Hier kon zwart wel toehappen: 16…gxf5 17.Txf5 (17.Tg3 De7 18.e5 Lxg2 19.Txg2 Kh8 20.Lf4 Pc7) 17…Pd6 18.Tg5 De7 en wit heeft te weinig voor de aanval, bv. 19.e5 f6!.
Het logische 16…De7 (Grooten) ziet er ook goed uit.
17.Td3 De7 18.Lf4! Pxe4?!
18…Le5 was safe, en zwart staat niet onprettig door zijn druk op e4. Met de tekstzet valt die druk weg…
19.Tad1

 
Een uiterst tricky stelling.
19…Lc6?
19…Tae8 20.Td7 Df6 21.Txb7 Pd6 22.Df1 Pxb7 23.Lxb7 Td8 geeft zwart aardig tegenspel tegen de geëxponeerde witte koning.
Grooten geeft 19…Tfe8 20.Td7 Df8 21.Txb7 Pxc3 22.bxc3 Txe1+.
Zelfs 19…Df6 was mogelijk, om na 20.Lxe4 Tae8 zelf te profiteren van een penning op de e-lijn. 21.Lxb7 (21.Te3? Txe4! 22.Txe4 Dxf5 23.Te7 Lf3! geeft zwart een enorme aanval) 21…Txe1+ 22.Txe1 Dxf5. Ree: ,,Dit zou nog onduidelijk zijn, hoewel wit met meer dan voldoende materiaal voor de dame duidelijk voordeel zou hebben.”
20.Td6!
En ineens is al het zwarte tegenspel weg; hij verliest materiaal. Ris gaf meteen op.
1–0