Door Peter Boel
 
Het dreigt een beetje een inteeltgebeuren te worden, met die schoonheidsprijs. In de vorige ronde miste Nico Zwirs net de boot, in deze ronde (waarin er overigens niet veel kandidaten waren) was zijn aanvalszege wel de favoriet van juryleden Hans Ree en Herman Grooten. De verliezer in deze winnende partij was Nick Maatman – net als in de vorige ronde tegen Jesus Garrido Dominguez! Steeds dezelfde namen – maar wees gerust, wij blijven na elke ronde alle Meesterklassepartijen bekijken. Als ze te bekijken zijn, tenminste… er zijn clubs die hardnekkig standhouden wat dat betreft.
Merijn van Delft en Jorden van Foreest speelden ook mooie partijen, maar maakten beiden één fout. De schoonheidsprijs, David Smerdon’s boek The Complete Chess Swindler van New In Chess, gaat naar Nico Zwirs!
 
Nick Maatman – Nico Zwirs
Deze partij, uit de wedstrijd Groningen Combinatie-MuConsult Apeldoorn, maakte aanvankelijk een ‘kabbelende indruk’ op Grooten, maar na een klein structuurfoutje van wit ontploft het ineens met een stuk- en daarna nog een kwaliteitsoffer dat door Zwirs haarscherp wordt afgemaakt.
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 a6
De laatste gekkigheid, maar ook al een favoriet zetje van Sultan Khan in de jaren 1930.
5.cxd5 exd5 6.Lg5 Le6 7.e3 Pbd7 8.h3 Ld6
Daar zet Nico die loper graag neer; hij won er ook al mee in de volgende bekerpartij tegen Rob Bertholee. Ook daar met een isolani-stelling, net als hier uiteindelijk.
9.Ld3 0-0 10.Dc2 h6 11.Lf4 De7 12.0-0

 
12…c5 13.Lxd6 Dxd6 14.dxc5 Pxc5 15.Tfd1 Tac8 16.Db1 Db6 17.Pd4 Tfe8 18.Pce2 Tc7 19.b4
Een beetje verzwakkend, aldus de juryleden. Hier of op de vorige twee zetten had wit Lc2 kunnen spelen. Nu krijgt hij toch wat last op de witte velden.
19…Pxd3 20.Txd3 Tec8 21.a4 Tc4 22.Tb3 Pe4 23.Db2 Dd6

 
24.f3?
Opvallend – ook Bertholee kwam in het nadeel na de zet f2-f3 om een paard op e4 weg te jagen. Beter was het e2-paard naar d3 te brengen via c1 of f4.
24…Pg3 25.Pxg3
Zoals Grooten aangaf, verloor 25.Dd2? ook vlot na 25…Pxe2+ 26.Dxe2 Tc1+ 27.Txc1+ Txc1+ 28.Kf2 Dh2.
25…Dxg3
En meteen hangt er iets onvermijdelijks in de lucht.
26.Kh1

 
26…Lxh3!
Namelijk dit!
27.gxh3 Dxh3+ 28.Kg1 T8c6!
Maakt er een toren van, maar de zwarte aanval is al beslissend.
29.Pxc6 Txc6 30.Tf1
Ook na 30.Dg2 Tg6 werken de torens slecht samen en is de witte koning niet veilig – zwart staat veel beter.
30…Tg6+ 31.Kf2 Dh4+ 32.Ke2 Tg2+ 33.Kd1 Txb2 34.Txb2 Dc4 35.Te1 d4! 36.exd4 Dxd4+ 37.Kc1
37.Td2 verliest geen toren maar wel het eindspel na 37…Da1+ 38.Ke2 Dxa4.
37…Dc3+ 0-1
 
In dezelfde wedstrijd werd er nog meer geofferd. Twee echte Siciliaanse (schijn-)offers op rij, maar zoals Grooten het zei deed Van Delft het op zet 23 slordig. Die slordigheid had hem de winst kunnen kosten.
 
Merijn van Delft – Iozefina Werle
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.h3 e6 7.g4 b5
Jan Timman deed het uiteindelijk goed in zijn match met Zhansaya Abdumalik met 7…d5, waarover hij een Survey schreef in Yearbook 134. De tekstzet oogt natuurlijk ‘normaler’ in de Najdorf.
8.Lg2 Lb7 9.0–0
Wordt het nu gezapig?
9…Dc7 10.Te1 Le7 11.g5 Pfd7 12.a4

 
Nee.
12…bxa4
Deze ruil is altijd onprettig voor zwart, maar dat was 12…b4 ook in dit geval na 13.Pa2 a5 14.Pb5 Db6 15.Le3 Pc5 16.c3. Hier is overigens ook al eens 13.Pd5!? gespeeld, in een partij Mazur-Radovanovic uit 2017.
13.Txa4 Pc6?
13…0–0 14.f4 Pc6 lijkt nog wel speelbaar, hoewel wit in deze stelling de ideeën heeft.

 
14.Pf5!
Dat hoef je geen twee keer te zeggen tegen Siciliaan-adept Van Delft, die net het manuscript voor een boek over offers had ingeleverd.
14…Pb6
14…exf5 15.Pd5 is meteen uit: 15…Dd8 16.exf5 0–0 en nu wint 17.Pxe7+ Pxe7 18.Lxb7 alles met rente terug, maar nog sterker is 17.f6! gxf6 18.Dh5! met beslissende aanval.

 
15.Pd5
Ja, toe maar, die er nog eens overheen. Nu moet zwart wel nemen.
Zoals Grooten aangaf, bood het tamme 15.Pxg7 Kf8 16.Ph5 Pxa4 wit geen voordeel.
15…exd5
15…Pxd5 16.exd5 Pe5 17.dxe6 is het ook niet – de a4-toren staat te trappelen om mee te doen in de aanval.
16.exd5 Pe5 17.Tb4
Ook aardig was 17.Th4, om lange rokade te stimuleren en dan terug te keren naar de damevleugel. Torens doen dat. In ieder geval staat zwart al behoorlijk aangekrant, want wit gaat het stuk terugwinnen met f2-f4.
17…a5 18.Tb3 a4 19.Tc3 Dd7 20.Pxe7
Hier won ook 20.Pxg7+ Kf8 21.Pe6+ fxe6 22.dxe6 Dxe6 23.Lxb7 Tb8 24.Lg2 (Grooten).
20…Dxe7 21.f4 0–0 22.fxe5 Ta5!

 
Zwarts beste kans.
23.Td3?
Een hikje, zoals Arthur van de Oudeweetering aangeeft in zijn wedstrijdverslag op de Apeldoornse site. Wit had groot voordeel behouden met 23.Dd4!, waarmee hij pion e5 behoudt, of 23.exd6 Dxd6 24.Dd4, bv. 24…Lxd5 25.Te5, met allerlei nare penningen.
23…La6
Mist een goede kans op behoud met 23…dxe5!, want na bijvoorbeeld 24.d6 Dd7 blijkt wit niets bijzonders te hebben. Nu loopt het toch ‘normaal’ af.
24.exd6 Dxd6 25.Td4 Lb7 26.Lf4 Dc5 27.Kh2 Pd7
27…Pxd5 gaat nog steeds niet wegens penningen: 28.Lxd5 Lxd5 29.Te5 Td8 30.c4. 27…Tb5!? had het wit wat lastiger gemaakt. Nu rondt Merijn het prozaïsch af.
28.Dd2 Tb5 29.c3 Db6 30.Te2 Pc5 31.Tb4 Txb4 32.cxb4 Pb3 33.Dc3 La6 34.Te1 Df2 35.Lg3 Df5 36.Te5 Dg6 37.Dc6 f6 38.gxf6 gxf6 39.Te4 Lc8 40.Dxa4 Pc5 41.bxc5 1-0
 
Jorden van Foreest sloeg een beresterke grootmeester aan de haak, die de laatste tijd vooral in Leiden enorm huishoudt. Het openingsspel van onze Groningse GM was ook razend interessant. Zijn pionoffer wordt door de engines niet op waarde geschat, maar zoals Ree en Grooten aangaven begint de evaluatie rond zet 16, als wit zijn loper op d6 zet, te kantelen. Veel te moeilijk, zelfs voor de computer. Daar houden we van! Maar ook hier een hik: Nikolic had op zet 20 kunnen winnen. Toch niet zo triviaal, volgens Grooten, maar “dit ontsiert inderdaad wits spel en wellicht het hele concept, want daarna heeft Van Foreest voortreffelijk gespeeld tegen een solide speler die over het algemeen lastig te verslaan is.”
 
Jorden van Foreest – Predrag Nikolic
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4.e5 c5 5.a3 Lxc3+ 6.bxc3 Dc7 7.Dg4 Kf8

 
8.Pf3!?
Een zeer origineel pionoffer, het soort waarin Jorden tegenwoordig grossiert. Het lijkt een nieuwtje te zijn. De gangbare zet is 8.Ld2, terwijl Parimarjan Negi 8.Dd1 schijnt te prefereren.
8…cxd4 9.Tb1 Pe7 10.a4 Dxc3+ 11.Kd1
De pointe. Ga er maar aan staan…
11…Ld7
Na iets als 11…Kg8 12.Ld3 Pd7 13.h4 krijgen we bekende motieven uit deze 7.Dg4-variant, alleen staat de witte dametoren veel actiever. Voor twee pionnen – nou ja, anderhalve.
11…b6 12.Tb3 Dc7 13.La3 Kg8 14.Pxd4, met mooie compensatie, zal ongeveer de pointe zijn.
Nikolic geeft liever meteen een pion terug.
12.Txb7 Dc8 13.Tb1 Pbc6 14.La3 Kg8

 
Nu heeft zwart tenminste enige ontwikkeling – op die h8-toren na dan. Wit kan nu met 15.Lxe7 Pxe7 16.Pxd4 ook de tweede pion terugwinnen, maar daar deed Van Foreest het niet voor:
15.Ld3 Pg6 16.Ld6 a5
De engine geeft hier meteen 16…h5 17.Dg5 en nu in de tegenaanval gaan met 17…Pa5, waarna 18.Lxg6 fxg6 19.Tb4 Pc4 (dreigt eventueel …Lxa4) ook gevaarlijk voor wit kan worden. Na 20.De7 h4 21.Pxd4 g5! kan zwart zich langzaam loswerken, want 22.Dxg5? gaat niet lekker wegens 22…a5! (na 22…Lxa4 23.Ke2 komt de koningstoren er weer bij) 23.Tb3 Lxa4.
17.h4!?
En hier kon wit eerst het tegenspel in de kiem smoren met 17.Kd2 of 17.Ke2.
17…h5 18.Dg5 Pb4 19.Ke2
Veiliger was 19.Lxb4 axb4 20.Txb4 Lxa4 21.Te1 en wit consolideert.
19…Lxa4

 
20.Pxd4?
Het is alles of niets hier. Wit moest 20.Lxb4 spelen: 20…Lxc2 (in het LSG-verslag geeft Edwin van Haastert 20…axb4 21.Pxd4 Db8 22.Lxg6 fxg6 23.Kf1 Db6 24.Dd2 en “wit heeft compensatie, maar zwart heeft weinig te klagen”) en nu 21.Ld6! (21.Lxc2? Dxc2+ 22.Ld2 De4+; 21.Thc1 Lxd3+ 22.Kxd3 Da6+ en 23…axb4, beiden met groot voordeel voor zwart) 21…Lxd3+ 22.Kxd3 Dc4+ 23.Kd2 Da2+ en het is remise. Wat een krankzinnige stelling!
20…Pxc2?
Hier had Nikolic plotseling kunnen winnen met 20…Lxc2! 21.Pxc2 Pxd3! (niet 21…Pxc2? 22.Thc1 Pd4+ 23.Ke3 en het is wit die wint) 22.Kxd3 Dc4+ 23.Kd2 Pf4 met een beslissende aanval omdat de zwarte dametoren erbij komt. 24.Tb8+ helpt ook niet wegens 24…Txb8 25.Lxb8 Dd3+ 26.Kc1 Pe2+ 27.Kb2 Dc3+ 28.Kb1 Db3+ 29.Ka1 Pc3 en mat. Frustrerend want onmogelijk achter het bord te vinden.
21.Pf3! Dc3 22.Thc1
Consolideert net op tijd. En nu kan wit weer gaan bouwen aan een aanval.
22…Th6 23.g3!
Dekt f4 en dreigt dus 24.Pe1, aldus Van Haastert, die aangaf dat na direct 23.Pe1 zwart nog 23…Dd4 heeft met de dreiging 24…Pf4+.
23…Pd4+ 24.Pxd4 Dxd4

 
25.Lb8
Elegant, maar het laat 25…Dg4+ toe, wat zwart nog wat kansjes op lijfsbehoud biedt. Het koele 25.f3! won overtuigender (in tegenstelling tot in de partijen van Zwirs) en ook het door Van Haastert gesuggereerde 25.Tb7 was beter.
25…Ld7? 26.Tb7 Pf8 27.f3
Nu haalt Jorden het schaak eruit, maar hier won 27.Ld6! reeds, bijvoorbeeld 27…La4 28.De7.
27…f6 28.exf6 Dxf6 29.Le5! Df7
29…Dxg5 30.hxg5 Th8 31.Tcc7 is het ook niet ‘helemaal’.
30.Tcc7 a4 31.Ta7
Hier was 31.Lb5 Tg6 32.Dxh5 Td8 en nu een algehele ruil op d7 en nemen op g6 een directere winst, aldus Grooten.
31…Txa7 32.Txa7

 
Nu staat zwart volledig aangeplempt: hij heeft geen zinnige zetten meer.
32…a3 33.Txa3 Lc6 34.Tc3 Ld7 35.Tc7 d4 36.Kf2
Zelfde verhaal. 36…Th8 is de enige zet die niets weggeeft, maar na 37.Dd8 moet zwart er weer eentje doen, en op 37…Th6 slaat wit eerst even op d4 omdat 38…e5 de dame verliest na 39.Lc4. Dus Nikolic hield het na 36.Kf2 voor gezien.
1-0
 
Na het gebruikelijke lange wachten op de partijen van Charlois (ditmaal tegen BSG) kwam er ineens toch een wedstrijdverslag op Schaaksite te staan. Daaruit peurden we nog de volgende zege van Robert Ris, die zich echter niet kon meten met die van winnaar Nico Zwirs:
 
Robert Ris – Zyon Kollen
Charlois-BSG (6)
1.e4 e6 2.d4 d5 3.e5 c5 4.c3 Db6 5.Pf3 Pc6 6.Le2 Ph6 7.0–0 cxd4 8.Lxh6 gxh6 9.cxd4 Dxb2 10.Pbd2
 

 
10…a6
“Kan zwart hier nu brutaal 10…Pxd4 spelen of niet?” vroeg Hans Ree zich af. “Ik dacht vroeger van wel en Stockfish keurt het nog steeds niet af.” Mogelijke varianten: 11.Tb1 Pxe2+ 12.Dxe2 Da3 (zelfs 12…Dxa2 13.Db5+ Ld7 14.Dxb7 Tc8 lijkt speelbaar, bv. 15.Tfc1 Txc1+ 16.Txc1 Le7 17.Tc7 Da4 18.Db8+ Ld8 19.Txa7 Dc6 20.Db4 Le7 enz.) 13.Pd4 a6 gevolgd door …De7.
11.Pb3 Ld7 12.Pe1 Tc8 13.Pd3 Da3 14.Dd2 b6 15.Tac1 a5
Wellicht moest zwart hier sneller ontwikkelen met 15…Le7.
16.Tc3 Pb4
Na 16…Lb4 17.Pxb4 Pxb4 18.Txc8+ Lxc8 19.Ta1 Ld7 zijn er wat meer stukken af en blijft het witte voordeel binnen de perken.
17.Txc8+ Lxc8 18.Dc3 Ld7 19.Dc7 Le7

 
20.Dxb6
“Laat de teugels een beetje vieren,” schrijft Ree. Sterk was 20.Pf4 gevolgd door Ph5 met gevaarlijke aanval.
20…Dxa2?
Te optimistisch. 20…0-0 was nu hard nodig.
21.Db8+ Ld8

 
22.Pdc5!
Nu gaat Ris er hard doorheen.
22…Lc6
22…Dxe2 23.Pxd7 Kxd7 24.Pc5+ Ke8 25.Pb7 Pc6 26.Dc8 en nu gaat 26…Dc2 niet wegens 27.Pxd8 en 26…Dc4 of 26…Db5 niet wegens 27.Pd6+.
23.Pxe6! Ke7
Na 23…fxe6 loopt zwart snel mat: 24.Lh5+ Kf8 (24…Ke7 25.Dd6#) 25.Dxd8+ Kg7 26.Df6+ Kg8 27.Df7#.
24.Dd6+ 1-0