door Peter Boel

Ronde 3 gaf aardig wat vuurwerk te zien. Veel daarvan doorstond zelfs de tand des computers. Het ging ten slotte tussen Casper Schoppen en Arthur Pijpers, en de 17-jarige bijna-grootmeester werd de winnaar. Jurylid Hans Ree omschreef de beredenering als volgt: “De partij van Schoppen is een geoliede machine waartegen zwart vanaf het begin machteloos was. Die van Pijpers was een avontuur waarin zwart nog terug kon vechten. Ik was geneigd voor het avontuur te kiezen…” maar het probleem was dat de 20ste zet van opponent Lars Ootes de partij een beetje bedierf.

De prijs, het New In Chess-boek Kaufman’s New Repertoire for Black and White, ging dus naar de onverbiddelijke heersende Open Nederlands kampioen Casper Schoppen.

Vele van de onderstaande varianten en commentaren komen van Herman Grooten, met wat gebabbel eromheen van Peter Boel.

Partij Casper Schoppen – Jesus Garrido Dominguez

Een scherpe winstpartij

“Daar hebben we hem weer!” schreef jurylid Herman Grooten. Arthur Pijpers won opnieuw een scherpe winstpartij. Uit de altijd spannende wedstrijd LSG – BSG. Een goede tweede in deze ronde. Herman Grooten: “Op de twintigste zet heeft Arthur volgens de engine beslissend voordeel maar het blijkt een hele toer om de vis op het droge te trekken. Als ik de engine mag geloven ging die fase niet optimaal, maar dat zij hem vergeven want de winst komt nergens in gevaar.”

Partij Arthur Pijpers – Lars Ootes

Soepele aanvalsoverwinning

De volgende kandidaat, ook uit de LSG-BSG match, was een soepele aanvalsoverwinning voor wit. Jelmer Jens riep echter in een wat mindere stelling de problemen over zich af. Zoals Ree het formuleerde: “Als alle katten van de tegenpartij van huis zijn is het makkelijk aanvallen.” Ris speelt de opening slim. Grooten: “De tegenstander neemt een nogal onorthodoxe opstelling in (loper op a8, dame op b8 en toren op b7) en dat ziet er op zijn zachtst gezegd merkwaardig uit. Als hij dan ook de f-toren naar c8 speelt, ligt de koningsvleugel er erg verlaten bij. Een aardige partij om te zien, maar misschien was het ietsje te makkelijk voor wit.”

Partij Robert Ris – Jelmer Jens

Grooten: “De vrouw van GM Daniel Fridman speelde een redelijke partij tegen de winnaar van Hoogeveen, die duidelijk zijn dag niet had.” Uit de wedstrijd HMC Den Bosch-Groninger Combinatie, waarin de noorderlingen een onthutsende 8½-1½ nederlaag leden.

Partij Anna Zatonskikh – Sipke Ernst

Scherpe Velimirovic-aanval

De andere grootmeesterlijke puntenleverancier bij Groningen, Jan Werle, ging ook onderuit – tegen Jeroen Bosch. Deze sloeg zijn slag in een scherpe Velimirovic-aanval, die eigenlijk al tot in de details bekend was. Bosch hoefde ‘alleen nog maar’ een aantal winnende zetten te spotten. Helaas kan Bosch, die altijd de voorselectie van kandidaten maakt, zelf ook niet meedingen naar de New In Chess Schoonheidsprijs!

Er volgen nog twee ingezonden partijen, die mooie momenten hadden maar de concurrentie met Casper Schoppen ook niet aan konden.

Fraaie rol voor toren op d3

Over de volgende partij, uit de wedstrijd Philidor 1847-Groninger Combinatie 2 in de eerste klasse A, schreef de zwartspeler: “Ik vond dat met name de toren op d3 een fraaie rol vertoonde. Deze zorgde ervoor dat er een partij van twee helften ontstond, maar dan net wat anders dan in het voetbal. Dat dit stuk het uiteindelijke mat mocht leveren (nou ja, eigenlijk niet – de tegenstander gaf een zet eerder op) was een bekroning voor zijn werk.” De juryleden prezen het spel van de zwartspeler maar zagen te weinig schoonheid in de partij voor de prijs.

Partij Rudolf Potze – Amir Nicolai

Paardoffer

De winnaar van de volgende partij schreef ons het volgende: “Als invaller nam ik het op tegen een speler met een veel hogere rating (1473 vs 1680). Hoogtepunt van de partij is het paardoffer op zet 14, waar ik lang over heb nagedacht. Daarnaast is de opening uit het boekje, ruil ik op het juiste moment de dames omdat er een matdreiging is en speel ik het eindspel vol zelfvertrouwen (ondanks de tijdsdruk). Ik denk dat dit mijn mooiste externe overwinning is tot nu toe.”
De juryleden roemden het witte stukoffer op zet 14, maar vonden de fase daarvoor net iets te rommelig.

Partij Jan Hendrik Donkervoort – Alexander Vos de Wael