Afgelopen weekend maakten vijftig jonge schakertjes de oversteek naar Schiermonnikoog om onder de kroonluchters van het oudste hotel ter plaatse de strijd aan te gaan. Het eiland vierde de tweede editie van Lytje Willem’s Grand Prix Jeugdschaaktoernooi.
Met veelal een schaakspel in de tas – zodat ze op de boot nog even warm konden spelen – verzamelden de schakers zaterdag rond het middaguur in Hotel Van der Werff. Eén dag per jaar verruilen daar de doorgaans rustige gasten zich voor overenthousiaste schakers, fanatieke ouders en nieuwsgierige passanten.
Zodra de voorzitter van de Noordelijke Schaakbond Roland Kroezen het startschot voor de eerste ronde geeft is het stil in de grote zaal. Gezeten aan lange tafels nemen de kinderen het ingedeeld op niveau tegen elkaar op. De twaalf toppers mogen plaatsnemen aan de A- en B-tafel, die zich in de serre van het hotel bevinden. Na een kleine vijf minuten wordt hier en daar al een hand geschud. Op gedempte toon vindt direct ‘langs de lijn’ de nodige nabeschouwing plaats. “Ik had m’n toren en paard al opgeofferd, stond bijna schaakmat, maar toen toch niet”, klinkt het enthousiast.
Eregast tijdens het toernooi is schaakgrootmeester Jan Werle, die vanaf zijn tiende meerdere keren jeugdkampioen van Nederland is geweest. Een voorbeeld voor de aanwezige schaakjeugd, wat wel de drukte rondom Werle’s schaakbord verklaart. Om de beurt mogen de schakers tussen de toernooirondes door plaats nemen, voor advies over de gespeelde partij of om ‘gewoon’ even een potje tegen de grootmeester te spelen.
Wie al op vrijdag op Schiermonnikoog was, kon al even oefenen tegen grootmeester Werle. Op de dansvloer van Tox Bar, dé discotheek van het eiland, namen veertien schakers – waaronder zelfs drie moeders en een schaakvader – het tegelijk tegen hem op. Eindstand van de simultaanstrijd: 14-0 voor de grootmeester, hoe kan het ook anders.
“Als je deze set had gedaan, had je het gered, dat was je kans. Je moet een beetje aanvallen, niet te passief zijn”, klinkt Werle’s analyse. De leergierige schaker tegenover hem kijkt enthousiast op en gaat vol vertrouwen de nieuwe speelronde tegemoet. “Ben ik te slecht?” vraagt een meisje onzeker als ze het van Werle verliest. “Nee, zeker niet”, lacht de grootmeester en wenst haar succes met haar volgende partij.
Bij de ranjabar ontstaat plots een grote drukte. De bitterballen zijn gearriveerd. “Wat leuk hier”, zegt Isidora Koenes, nog kauwend op een bitterbal. Isidora heeft al “best vaak” met een toernooi meegedaan, “maar bij die andere delen ze niet zulke lekkere dingen uit”. Ze is ook volop in haar nopjes met haar nieuwe toernooishirt. Een oranje shirt, met een dikke knipoog naar hoofdsponsor Orange Gas. “Ja, het gaat goed”, zegt Isidora. “Ik heb de eerste gewonnen en ben toen drie keer schaakmat gezet. Maar ik denk wel dat ik zo’n torenbekertje krijg hoor”, wijzend naar de prijzentafels vol vuurtorens op marmer. “Ga je goed?”, mengt vriendinnetje Elisa Oostinga zich in het gesprek. De dames blijken samen op streetdance te zitten én op schaken. “Wij zijn dus vriendinnen. Maar Elisa wint wel steeds van mij.”
Als alle rondes gespeeld zijn stijgt de spanning. Op welke nachtkastjes komen de torenbekertjes en welke twee mazzelaars krijgen de grote wisselbekers mee naar huis? Van alle zeven tafels krijgen de drie beste spelers een beker. De winnaar van de A-tafel en daarmee ook toernooiwinnaar blijkt Leandro Slagboom van schaakclub Philidor uit Leeuwarden te zijn. De wisselbeker voor de grootste prestatie gaat helemaal met Joep Westerhof mee naar Rotterdam, die niet alleen eerste van de C-tafel is maar ook al zijn partijen heeft gewonnen.
En Isidora? Derde aan de F-tafel. “Yes!”, klink het vanaf het podium. Vriendinnetje Elisa is winnaar van de E-tafel. Tevreden stoppen beide dames hun buit in de rugzak en gaan vrolijk huppelend richting de bus.
door: Esther Hagen